Naar de amateurs? Failliet? Niemand weet hoe het verder gaat met Vitesse

FOTO’S ERIC BRINKHORST

Supporter Valentyn Bonnier liet het logo van Vitesse 

op zijn kuit tatoeëren. „De club is een grote familie.”

Het eerste elftal traint zoals gebruikelijk, de jeugdelftallen staan ingeschreven voor de competitie. Maar voor hoe lang nog?

Veel tempo maken de spelers niet. Het is warm. Er zijn geen tegenstanders

"De club kan ook helemaal verdwijnen, 

die optie is nu dichterbij dan ooit"

14 Aug 2025 - NRC

Mark Lievisse Adriaanse 

ARNHEM - Als ambtenaren die daags na de val van een regime toch maar achter hun bureau gaan zitten omdat het ministerie formeel nog bestaat, staan de voetballers van Vitesse woensdagochtend op het trainingsveld. Ze rennen op en neer. De nieuwe Duitse trainer Rüdiger Rehm wil agressief tegenstanders afjagen, daarvoor moet je fit zijn. Dus heeft hij veel loopoefeningen uitgezet op de grasvelden in Papendal. Maar veel tempo maken de spelers niet. Het is warm. En er zijn geen tegenstanders.

Veel lijkt gewoon op het trainingscomplex in de bossen nabij Arnhem. De schoonmaker verwisselt de vuilniszakken van de prullenbakken. De receptioniste haalt de post uit de brievenbus. En een terreinknecht blaast de bladeren van een veld. Maar voor hoe lang nog?

Eind vorige week viel het doek voor de profclub Vitesse, toen de rechter bepaalde dat de KNVB in haar recht stond toen de bond de proflicentie van de Arnhemmers introk. Maar als voetbalclub en als bedrijf bestaat Vitesse nog. Er zijn medewerkers, die naar hun werk komen. En voetballers met contracten die dus moeten trainen. Er is alleen geen competitie.

Borstbeeld

We zijn niet failliet, hè, zegt Wim Jansen. „We weten alleen niet hoe het verder gaat”. Jansen is al decennia vrijwilliger bij de club. Hij is uit het clubgebouw komen lopen en wijst naar het borstbeeld van mister Vitesse, de in 2013 overleden Theo Bos, die nooit ergens anders voetbalde dan bij Vitesse. „Toen hij begon als jeugdtrainer bij de B1, werd ik de teamleider.”

Ze werden dat jaar, met toekomstige profs als Nicky Hofs en Michael Jansen, direct kampioen. Toen Bos later hoofdtrainer werd, nam hij Jansen mee. Nu is Jansen studiebegeleider voor jeugdspelers, hij is onderweg naar een school voor overleg over het nieuwe schooljaar.

Alleen: bestaat die jeugdopleiding nog? Jansen weet het niet. „In principe” beginnen de jeugdspelers donderdag met trainen, zegt hij. Vooralsnog staan de teams ingeschreven in de KNVB-competities. En volgende week maandag begint het schooljaar van de talenten, op scholen krijgen ze een topsportprogramma.

Dinsdag schreef het AD dat veel jeugdspelers willen vertrekken. Zij willen profvoetballer worden. En zonder proflicentie kan dat niet bij Vitesse. Grotere clubs azen al op de grootste talenten, al is de overschrijvingstermijn voor jeugdspelers gesloten.

Er is, zegt Jansen, „helemaal niks geregeld door de KNVB. Over al dit soort praktische problemen is helemáál niet nagedacht door de bond.” Een woordvoerder van de KNVB laat weten dat alles rond Vitesse, ook met betrekking tot de jeugdopleiding, afhangt van de keuzes die de club maakt. Totdat daar duidelijkheid over is, kan de voetbalbond geen jeugdspelers overschrijven.

Jansens zorg ligt niet alleen bij de toekomst van de club Vitesse, zegt hij. „Het gaat me ook om de mensen. Komen de kinderen goed terecht? En m’n hart ligt bij de mensen voor wie de club uit hun leven dreigt te verdwijnen.”

Mensen als mascotte Vito. Hij is een beer van een vent die, ook als hij niet in het geel-zwarte vogelpak rondloopt, door iedereen Vito wordt genoemd. Hij maakt woensdagochtend wat praatjes, schudt handen, vraagt hoe het gaat. Zelf slaapt hij amper. Al vijftien jaar is hij op wedstrijddagen en bij andere clubevenementen een vogel, hij heeft in Burgers’ Zoo zelfs de dieren eten gegeven in dat pak. Houdt dat straks allemaal op? Niemand die het weet, zegt hij.

Rond het trainingsveld speculeren de vaste bezoekers. Over de vraag of de club een bodemprocedure aanspant om de intrekking van de licentie ongedaan te maken bijvoorbeeld. „Niet als we failliet gaan”, merkt iemand op.

Dat is een reëel scenario. Zonder profvoetbal vallen de inkomsten uit stadionbezoek en mediagelden weg – het fundament waarop het verdienmodel van een profclub is gebouwd. Tegelijkertijd zit Vitesse nog jaren vast aan een huurcontract met de eigenaar van stadion Gelredome. Volgens De Gelderlander moet de club op 1 oktober de jaarlijkse huursom van 2,4 miljoen euro overmaken. En dan er nog onduidelijkheid over de ogenschijnlijk simpele kwestie van wie de club feitelijk is.

Een groepje regionale ondernemers, de ‘Sterkhouders’, bezit sinds afgelopen voorjaar bijna een kwart van de aandelen en had overeenkomst bereikt met de vorige, buiten landse eigenaren over verwerving van het restant. Maar hoe het precies staat met die deal, én met de miljoenenschuld die openstond bij een andere voormalige eigenaar, weten alleen de direct betrokkenen. Zowel de directeur van Vitesse als Sterkhouders-voorzitter Michel Schaay reageerde woensdag niet op verzoeken om commentaar. Wel stelt Schaay op de website van de club: „Eén ding is zeker: wij laten Vitesse niet vallen!”

De nieuwe Duitse trainer Rüdiger Rehm heeft loopoefeningen uitgezet. 

Boven: spelers rusten uit na de training.

Naar de amateurs

Duidelijk is dat de club sinds vrijdag werkt aan meerdere scenario’s. Vitesse ziet het zelf zitten om in de Derde Divisie in te stromen, het vierde voetbalniveau. De club verwijst naar een mogelijkheid die de KNVB een aantal jaar geleden heeft gecreëerd: clubs die om ‘niet-sportieve redenen’ uit het profvoetbal verdwijnen, zouden in die competitie een doorstart moeten kunnen maken.

Míts er een vrije plek is in die competitie. Maar die is er niet: de twee Derde Divisies trappen komend weekend af met elk achttien ploegen. De KNVB zou een uitzondering kunnen maken, maar dan is het alsnog de vraag hoe Vitesse in het competitieprogramma geschoven wordt, en of de andere clubs (en de burgemeesters van hun gemeenten) daarop zitten te wachten.

Zo’n scenario ziet Emile Neijenhuis wel zitten. Hij staat met zijn zoon naast het veld, allebei dragen ze een clubshirt. Al 38 jaar heeft Neijenhuis een seizoenkaart voor de club. Hij maakte de promotie naar de Eredivisie mee, volgde de club door heel Europa. Vitesse, zegt hij, „is de bindende factor” van zijn vriendengroep. Nu die wegvalt hebben ze afgesproken vaker naar wedstrijden in Duitsland te gaan.

Of naar MASV, tegenover stadion de Gelredome. Een fusie met die volksclub, als Vierde Divisionist het hoogst gekwalificeerd in het Arnhemse amateurvoetbal, wordt niet uitgesloten. In dat geval zou Vitesse nog dít seizoen een doorstart kunnen maken.

Maar de vraag is hoe reëel dat is. De selectie van die amateurs is al rond en over anderhalve week begint de competitie. Bovendien: zómaar de twee clubs in elkaar schuiven kan nu niet, want dan verhuizen de financiële problemen van Vitesse mee.

Op het veld rennen de achttien veldspelers ondertussen sprintjes van zes seconden, de Duitse trainer telt hardop mee. Dat doen ze niet tot de achterlijn, zoals de trainers willen. Soms wandelen ze, zoals de trainers niet willen. De eerste keer zegt assistent Nicky Kuiper er nog iets van. Daarna laat hij het.

Een paar spelers vinden zo een nieuwe club, denkt supporter Valentyn Bonnier terwijl hij toekijkt. Talent Jim Koller wordt aan PSV gelinkt, middenvelder Irakli Yegoian maakte vorig jaar veel indruk en kan volgens Bonnier bij de kleine clubs in de Eredivisie mee, voor de jonge rechtsback Mats Egbring komt ook vast interesse. Maar veel andere spelers hadden vorig jaar al moeite om mee te komen in de Eerste Divisie . Donderdag spreken vakbond VVCS en Vitesse over hun contracten. De vakbond wil ze laten ontbinden, Vitesse vindt dat ze (vooralsnog) rechtsgeldig zijn.

Op de fatbike naar Papendal

Twee keer per week rijdt Bonnier op zijn fatbike naar Papendal. Hij gaat tien jaar naar Vitesse en liet vorig jaar het clublogo op zijn kuit tatoeëren. De club is „een grote familie”, zegt hij, „we hadden een grote gemeenschap”. Na een aantal zware jaren, waarin drie naasten overleden, vindt hij rond het trainingscomplex rust, zegt hij. „Hier tussen de bomen valt alles van mijn schouders.”

Dus dát Vitesse doorgaat, is voor hem belangrijker dan wáár. „Ik blijf ze steunen als amateurclub. Als het de Derde of Vierde Divisie is, kunnen we binnen een aantal jaar misschien terugkeren in het profvoetbal.” Maar er is ook een ander scenario, weet hij. Dat is dat de club failliet gaat en helemaal opnieuw moet beginnen, zoals het Roosendaalse RBC overkwam. Na veertien jaar is die club van de Vijfde Klasse nu opgeklommen tot de Derde Divisie. „Dat is een hele, hele lange weg”, beseft hij.

Dat de club helemaal kan verdwijnen, een optie die sinds vrijdag dichterbij is dan ooit, dáár wil Bonnier niet over nadenken.