“Getallen worden plots magisch”
“De laatste jaren is de stress almaar minder. Hoe dat komt?
De leeftijd, denk ik.
Je wordt ouder, je evolueert.
En: ik heb al veel meer gewonnen dan ik ooit had gedacht.
Alles wat er nu nog bijkomt, is surplus. Die wetenschap geeft rust”
- Mathieu van der Poel
“Ergens hadden we er altijd nog een beetje rekening mee gehouden dat ook Van Aert zou starten.
Het was ook geen extra motivatie.
Mathieu heeft aan zichzelf genoeg om zich op te laden”
- Christoph Roodhooft, Teammanager Alpecin-Deceuninck
WIM VOS in Liévin
3 Feb 2025 - Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Het WK was nog bezig, Van der Poel zat in de allerlaatste ronde, en aan de zijlijn stond zijn teammanager Christoph Roodhooft toe te kijken. Alles heeft Roodhooft met Van der Poel meegemaakt, elke topzege, elke titel.. Maar voor die zevende wereldtitel had hij toch nog een extra compliment in petto. “Het is ook wel iets, hé”, klonk het op zijn Kempens. “Er zijn nog renners die veel wereldtitels hebben gewonnen, maar zeven? Zo zijn er voortaan welgeteld twee. Vergelijk het met die vier keer ParijsRoubaix van Boonen. Het zijn van die getallen die plots magisch worden omdat het om een record gaat. Dit is geschiedenis, toch?”
En of Mathieu van der Poel geschiedenis schreef op het WK veldrijden. Maar geen seconde zou je het hem aangegeven hebben daar in Liévin. Niet vooraf, niet tijdens de wedstrijd, en niet nadien. Ja, hij was blij, lachte hij weliswaar zijn tanden bloot. “En natuurlijk is dit iets om trots op te zijn. Als je als renner begint, hoop je stiekem één keer wereldkampioen te worden. Op dat moment denk je geen seconde aan zeven titels. En zelfs nu. Ik weet dat dit best veel betekent. Maar als atleet in volle carrière ben je daar toch wat minder mee bezig. Dat is voor iets over x aantal jaar, na mijn loopbaan.”
Sneller duurtrainingen
Waar die koelbloedig vandaan komt? In zijn entourage houden ze het er graag op dat Mathieu van der Poel “simpelweg niet rap zenuwachtig wordt”. Maar ooit was het nochtans anders. Ook van der Poel gaf het in Liévin toe. “Als ik dit vergelijk met mijn eerste wereldtitel in Tabor (in 2015, red.) is er geen vergelijking mogelijk. Maar de laatste jaren is de stress almaar minder. Hoe dat komt? De leeftijd, denk ik. Je wordt ouder, je evolueert. En: ik heb al veel meer gewonnen dan ik ooit had gedacht. Alles wat er nu nog bijkomt, is surplus. Die wetenschap geeft rust.”
Dat zag je heel erg terug in Liévin. Op weg naar het WK waren er nochtans factoren zat die zijn rust hadden kunnen verstoren. Factor één: zijn val in Loenhout rond de jaarwisseling. Plots zat hij met een ribbreuk waardoor hij zijn programma moest herzien. Vervelend voor elke andere renner, maar voor Van der Poel? “Goh, liever had ik vastgehouden aan mijn programma. Maar het heeft mij zelfs geholpen om iets sneller duurtrainingen te kunnen doen. Ik heb snel de knop omgedraaid.”
Factor twee dan: de plotse melding dat Wout van Aert wél het WK zou rijden. Tien jaar geleden zou hij er vast wel bij moeten slikken hebben, nu? “Dat deed Mathieu heel weinig”, aldus Roodhooft. “Ergens hadden we er ook altijd nog een beetje rekening mee gehouden. Het was ook geen extra motivatie. Mathieu heeft aan zichzelf genoeg om zich op te laden.”
En factor drie: het parcours. Liet zowat elke ex-renner in de aanloop naar het WK niet optekenen dat een zwaar en modderig parcours meer op maat van Van Aert is? “Ik las het ook”, lachte Van der Poel er na afloop om. “Terwijl dat toch echts iets van vijf, zes jaar geleden is. Ik ben ondertussen een beetje sterker geworden. Dat zijn van die dingen waar ik echt niet meer wakker van lig.”
En zo kregen we in Liévin dus de meest relaxte versie van Van der Poel te zien die je kan indenken. Een gevoel van rust en ont Zevenvoudig wereldkampioen veldrijden spanning dat tijdens de wedstrijd alleen maar groeide. “Omdat ik al heel vroeg in de wedstrijd blij was met het gevoel dat ik had. Ik had de voorbije winter een paar keer aangegeven dat er voor mij maar één cross telde deze winter. Hier wilde ik pieken. Dat klopte helemaal: qua gevoel was dit mijn beste cross van het jaar.”
Dat zag je eraan. Zijn zevende wereldtitel werd zowaar zijn sterkste, meest overtuigende en in die zin makkelijkste. Geholpen door de slechte startpositie van Van Aert — Van der Poel was niet te beroerd om het toe te geven. Maar niet alleen daardoor. Met een sublieme start en een verschroeiende eerste ronde – niemand reed sneller dan Van der Poel tussen 15.05 uur en 15.15 uur – besliste hij de wedstrijd al na een ronde.
Voorzichtig na lekke band
Nog één keer was er een momentje waarop hij toch nog zenuwachtig had kunnen worden. “Die lekke band in de derde ronde”, besloot hij. “Op een heel slechte plek. Dat kostte mij tijd en kracht.” Twintig seconden om precies te zijn. Ooit had het hem wellicht de stuipen op het lijf gejaagd. Maar nu? “Nadien ben ik dan maar voorzichtiger gaan rijden. Ik had snel door dat alleen materiaalpech me nog van de titel kon houden. Neen, zenuwachtig ben ik nooit geweest.”
***
“I numeri diventano improvvisamente magici”
“Negli ultimi anni lo stress è diminuito. Come mai?
L'età, credo. Crescendo, ci si evolve.
E ho già vinto molto di più di quanto avessi mai pensato.
Tutto ciò che viene aggiunto ora è un di più. Questa consapevolezza dà pace”
-Mathieu van der Poel
"Ci aspettavamo sempre che anche Van Aert sarebbe partito.
E non si trattava nemmeno di una motivazione in più.
Mathieu ne ha abbastanza per ricaricarsi”
- Christoph Roodhooft, Responsabile della squadra Alpecin-Deceuninck
WIM VOS a Liévin
3 febbraio 2025 - Gazzetta della città di Anversa e Rand
Il mondiale era ancora in corso, van der Poel era all'ultimo turno e il suo team manager Christoph Roodhooft osservava da bordo campo. Roodhooft ha sperimentato di tutto con van der Poel, ogni vittoria al top, ogni titolo. Ma per quel settimo titolo mondiale aveva ancora un complimento in più in serbo. "È qualcosa, non è vero?" ha detto nel suo dialetto di Kempen. “Ci sono altri corridori che hanno vinto tanti mondiali, ma sette? Quindi da ora in poi ce ne sono due. Confrontiamolo con le quattro Parigi-Roubaix di Boonen. Sono numeri che all'improvviso diventano magici perché rappresentano un record. Questa è storia, giusto?
E se Mathieu van der Poel ha fatto la storia ai mondiali di ciclocross. Ma non glielo avresti mai raccontato lì a Liévin, neanche per un secondo. Né prima, né durante la gara, né dopo. Sì, era felice, anche se non sorrideva mostrando i denti. "E naturalmente è qualcosa di cui essere orgogliosi. Quando inizi a fare il corridore, speri segretamente di diventare un giorno campione del mondo. In quel momento non pensi nemmeno per un secondo ai sette titoli. E neanche adesso. So che significa molto. Ma come atleta che ha completato la sua carriera, questo aspetto ti preoccupa meno. Questo per un periodo di x anni, dopo la mia carriera."
Allenamento di resistenza più veloce
Da dove viene questa freddezza? Nel suo entourage amano dire che Mathieu van der Poel "non si innervosisce facilmente". Ma una volta era diverso. Lo stesso van der Poel lo ha ammesso a Liévin. "Se confronto questo con il mio primo titolo mondiale a Tabor (nel 2015, ndr) non c'è paragone possibile. Ma negli ultimi anni lo stress è diminuito. Come mai? L'età, credo. Crescendo, ci si evolve. E ho già vinto molto di più di quanto avrei mai pensato. Tutto ciò che viene aggiunto ora è un di più. Questa consapevolezza dona pace."
Lo si poteva vedere molto chiaramente in Liévin. Lungo il cammino verso il mondiale, erano molti i fattori che avrebbero potuto turbarne la pace. Fattore uno: la sua caduta a Loenhout verso Capodanno. All'improvviso si è ritrovato con una costola rotta, cosa che lo ha costretto a rivedere il suo programma. Fastidioso per qualsiasi altro corridore, ma per van der Poel? "Cavolo, avrei preferito attenermi al mio programma. Ma mi ha anche aiutato a svolgere l'allenamento di resistenza un po' più velocemente. Ho girato in fretta l'interruttore."
Fattore due: l'annuncio improvviso che Wout Van Aert avrebbe preso parte al mondiale. Dieci anni fa avrebbe dovuto ingoiarlo a fatica, adesso? "Mathieu ha fatto ben poco di tutto ciò", ha detto Roodhooft. "Ne avevamo sempre tenuto conto, in una certa misura. E non si trattava nemmeno di una motivazione in più. Mathieu ne ha abbastanza per ricaricarsi."
E il terzo fattore: il percorso. Non hanno forse affermato quasi tutti gli ex corridori in vista dei Campionati del mondo che un percorso duro e fangoso è più adatto a Van Aert? "L'ho letto anch'io", rise Van der Poel dopo. "In realtà, questo è accaduto circa cinque o sei anni fa. Nel frattempo sono diventato un po' più forte. Questo è il genere di cose per cui ormai non ci perdo più il sonno."
E così in Liévin abbiamo visto la versione più rilassata che si possa immaginare di van der Poel. Una sensazione di calma e relax. La tensione del sette volte campione del mondo di ciclocross che è cresciuta solo durante la gara. "Perché ero contento delle sensazioni che avevo all'inizio della gara. Lo scorso inverno avevo già detto più volte che quest'inverno c'era una sola crocetta che mi interessava. Era qui che volevo dare il massimo. Esatto: in termini di sensazioni, questo è stato il mio miglior cross dell'anno".
Lo si poteva vedere. Il suo settimo titolo mondiale è stato in realtà il più forte, il più convincente e, in questo senso, il più facile. Aiutato dalla pessima posizione di partenza di Van Aert, van der Poel non è stato troppo timido nell'ammetterlo. Ma non solo per questo. Con una partenza sublime e un primo giro rovente (nessuno ha corso più veloce di Van der Poel tra le 15:05 e le 15:15), ha deciso la gara dopo appena un giro.
Fai attenzione dopo una gomma a terra
C'è stato un altro momento in cui avrebbe potuto innervosirsi. "Quella gomma a terra al terzo giro", ha concluso. "In un punto davvero brutto. Ciò mi è costato tempo ed energia." Venti secondi per l'esattezza. Un tempo la cosa lo avrebbe spaventato a morte. Ma adesso? "In seguito ho iniziato a guidare con più attenzione. Mi sono reso conto subito che solo un problema di materiali avrebbe potuto impedirmi di vincere il titolo".
Commenti
Posta un commento