Nooit reed iemand sneller door een veld dan Mathieu van der Poel
Jasper Jacobs/blg - Een veldrit duurt een zestigtal minuten,
en aan het eind wint Mathieu van der Poel.
Nooit reed iemand sneller door een veld dan Mathieu van der Poel
Met een zevende wereldtitel evenaarde Mathieu van der Poel het lang onhaalbaar gewaande record van Erik De Vlaeminck. Onvermijdelijk heropende hij daarmee ook de discussie wie de beste veldrijder aller tijden is.
3 Feb 2025 - De Standaard
Benedict Vanclooster ©
In ‘Aan de meet’ duikt Benedict Vanclooster in de wieleractualiteit.
Van der Poel leverde al meermaals een bijna perfect rapport af, maar deze winter, met weliswaar ‘slechts’ acht crossen, haalde hij voor het eerst 100 procent
Eerst zag het er wekenlang naar uit dat het WK veldrijden één grote onemanshow zou worden. Dan blies Wout van Aert de hoop op een duel nieuw leven in. Maar of de tegenstand nu Wout, Thibau, Michael of Eli heet, een veldrit duurt een zestigtal minuten en aan het eind wint Mathieu van der Poel.
Nauwelijks goed twee minuten kostte het de Vliegende Hollander om op het veeleisende circuit van Val de Souchez iedereen uit de wielen te rijden. Door snel een comfortabele voorsprong uit te bouwen, ontnam hij meteen de tegenstand alle moed. Zijn beproefde procedé van de blitzstart leidde er ook toe dat niemand nog in de race kon komen toen hij in de derde ronde met een lekke band werd geconfronteerd.
Op het moment van die pech keek Wout van Aert tegen een onoverbrugbare achterstand van driekwart minuut aan. Achteraf bekeken had Van Aert zijn kans op een vierde wereldtitel het weekend voordien verspeeld. Door de slotmanche in Hoogerheide over te slaan was hij net niet in de top zestien van de wereldbeker geëindigd, waardoor hij in Liévin pas op de vierde startrij was beland. Van Aert had gehoopt dat na de start de zee zich zou openen, maar dat bleek hem – en al wie op spankracht had gerekend – niet gegund.
Hoeveel weerwerk Van Aert vanuit een betere startpositie had kunnen bieden, zal altijd voer voor speculatie blijven. Zeker is dat met het eindverdict de in de loop der jaren opgebouwde verhoudingen werden gerespecteerd. Want ook al staan Van der Poel en Van Aert te boek als eeuwige rivalen, de balans tussen hun veldritpalmaressen is al lang uit evenwicht. Bij de 147 voorgaande onderlinge confrontaties bij de profs was Van der Poel 102 keer voor Van Aert geëindigd. De jongste twee seizoenen wist Van Aert Van der Poel slechts één keer te verslaan (in Benidorm vorig jaar).
Van der Poel plaatste in Liévin de kroon op een korte crosscampagne, die hij op 22 december met een demonstratie in Zonhoven op gang trapte en waarin hij alles won. De Nederlander leverde in het verleden al meermaals een bijna perfect rapport af – 24 zeges op 25 crossen in 2019-2020 en 13 op 14 vorig seizoen – maar deze winter, met weliswaar ‘slechts’ acht crossen, haalde hij voor het eerst 100 procent.
Beste versie ooit
Het heeft er alle schijn van dat Van der Poel op zijn dertigste zijn beste versie ooit is. De man van Alpecin-Deceuninck blijft ook in deze fase van zijn carrière nog steeds naar kleine verbeterpunten zoeken. Zo trok hij lessen uit het WK van vorig jaar in Tabor, waar hij zich weliswaar al na vier minuten van zijn laatste tegenstrever ontdeed maar niet tevreden was over zijn gevoel. Deze keer schrapte hij de wereldbekermanche in Benidorm en kon zo zonder onderbreking een perfecte januaristage in Spanje afwerken.
Van der Poel liep op 27 december een ribblessure op bij een val in Loenhout. Twee dagen later ging hij van start in Besançon, waar hij de wedstrijd won maar waar de barst in zijn rib vermoedelijk pas daar een breuk werd. Een pijnlijk euvel, maar doordat het een van de bovenste ribben betrof, kon hij wel blijven fietsen op de weg. En een tweede gelukje bij het ongeluk: door de crossen van Baal, Koksijde en Dendermonde te moeten schrappen ging hij frisser de stage in en kon hij nog iets meer volume trainen dan voorzien.
Acrobaat op twee wielen
Toen hij als twintigjarige in 2015 zijn eerste regenboogtrui in het veld veroverde, onttroonde hij al Erik De Vlaeminck als jongste wereldkampioen ooit. Zondag hees Van der Poel zich qua aantal titels op gelijke hoogte van de man over wie hij “eigenlijk niet veel weet, behalve dat hij het record heeft en de broer is van Roger”. Het was de Nederlander altijd alleen maar te doen om zijn collectie regenboogtruien uit te breiden – met ook nog één op de weg en één in het gravel inmiddels negen bij de profs. Pas vorig jaar in Tabor kwam het illustere record op zijn radar.
Door De Vlaeminck te evenaren, zwengelt hij onvermijdelijk ook weer de discussie aan wie de beste veldrijder aller tijden is. Nochtans zijn generaties niet met elkaar te vergelijken. Daarvoor is sinds 1973, toen De Vlaeminck zijn zevende wereldtitel pakte, het professionalisme te zeer toegenomen. Daarvoor is het materiaal ook te veel geëvolueerd – in de tijd van De Vlaeminck reden ze bijvoorbeeld met tubes van maximaal 26 millimeter breed, nu van 33.
Zeker is dat ook De Vlaeminck een acrobaat op twee wielen was. Legendarisch zijn de verhalen over hoe hij tientallen meters op een tramspoor kon rijden. Qua aantal profzeges in het veld (263) overtreft hij nog steeds ruim Van der Poel (170) – net als Sven Nys (288) en Albert Van Damme (meer dan 400) overigens. De Nederlander behaalt wel een ongeziene score: hij won 170 van de 231 veldritten bij de profs waar hij aan deelnam (73,6%). Waarmee – voor zij die de verleiding van het vergelijken niet kunnen weerstaan – wellicht ook het definitieve antwoord is gegeven. Nooit was er iemand zo dominant in het veld als Mathieu van der Poel.
***
Una gara di ciclocross dura circa 60 minuti,
e alla fine vince Mathieu van der Poel.
In “Aan de meet” ("All'incontro"), Benedict Vanclooster si immerge nelle notizie sul ciclismo.
Mai nessuno ha attraversato un campo più velocemente di Mathieu van der Poel
Con il settimo titolo mondiale, Mathieu van der Poel ha eguagliato il record a lungo ritenuto irraggiungibile di Erik De Vlaeminck.
Inevitabilmente, ha anche riaperto il dibattito su chi sia il miglior ciclocrossista di tutti i tempi.
3 febbraio 2025 - De Standaard
Benedict Vanclooster ©
Van der Poel ha già consegnato più volte una relazione quasi perfetta, ma quest'inverno, con “solo” otto ciclocross, ha raggiunto per la prima volta il 100%.
Prima, per settimane, sembrava che la Coppa del Mondo di ciclocross sarebbe stata un grande one-man-show. Poi, Wout Van Aert ha ridato vita alle speranze di un duello. Ma che l'avversario si chiami Wout, Thibau, Michael o Eli, una gara di ciclocross dura circa 60 minuti, e alla fine vince Mathieu van der Poel.
L'olandese volante ha impiegato appena due minuti per superare tutti sull'impegnativo circuito di Val de Souchez. Costruendo rapidamente un comodo vantaggio, ha immediatamente scoraggiato gli avversari. La sua collaudata procedura di partenza-lampo ha fatto sì che nessuno riuscisse a entrare in gara, quando ha dovuto affrontare una foratura al terzo giro.
Al momento del guasto, Wout Van Aert aveva davanti a sé un distacco incolmabile di tre quarti di minuto. Col senno di poi, Van Aert aveva sprecato la possibilità di conquistare il quarto titolo mondiale il fine settimana precedente. Saltando l'ultima manche a Hoogerheide, aveva appena perso la possibilità di partire tra i primi sedici della Coppa del Mondo, il che significava che era finito solo in quarta fila sulla griglia di partenza a Liévin. Van Aert aveva sperato che dopo la partenza il mare si sarebbe aperto, ma questo non è stato concesso a lui e a tutti coloro che avevano contato sulla potenza muscolare.
Quanta resistenza avrebbe potuto opporre Van Aert da una posizione di partenza migliore sarà sempre oggetto di speculazioni. Quel che è certo è che il verdetto finale ha rispettato i rapporti costruiti negli anni. Perché anche se van der Poel e Van Aert sono noti come eterni rivali, il bilancio del loro palmarès nel ciclocross è stato a lungo sbilanciato. Nei 147 precedenti confronti tra i due nei professionisti, Van der Poel si è classificato 102 volte davanti a Van Aert. Nelle ultime due stagioni, Van Aert è riuscito a battere van der Poel solo una volta (a Benidorm l'anno scorso).
Van der Poel ha messo la corona su una breve campagna di cross a Liévin, che ha inaugurato con una dimostrazione a Zonhoven il 22 dicembre e in cui ha vinto tutto. L'olandese ha ottenuto un record quasi perfetto in diverse occasioni in passato - 24 vittorie su 25 cross nel 2019-2020 e 13 su 14 nella scorsa stagione - ma quest'inverno, con “solo” otto cross, ha raggiunto per la prima volta il 100%.
La migliore versione di sempre
A 30 anni, van der Poel sembra la sua versione migliore di sempre. L'uomo della Alpecin-Deceuninck continua a cercare piccoli punti di miglioramento anche in questa fase della sua carriera. Per esempio, ha tratto insegnamento dal mondiale dello scorso anno a Tabor, dove, pur avendo eliminato il suo ultimo avversario dopo soli quattro minuti, non era soddisfatto delle proprie sensazioni. Questa volta ha rinunciato alla gara di Coppa del Mondo a Benidorm, consentendogli di completare senza interruzioni il perfetto ritiro di gennaio in Spagna.
Van der Poel ha subìto un infortunio alle costole in una caduta a Loenhout il 27 dicembre. Due giorni dopo ha preso il via a Besançon, dove ha vinto la gara, ma dove la frattura alla costola si è trasformata presumibilmente solo in una incrinatura. Un infortunio doloroso, ma poiché riguardava una delle costole superiori, ha potuto continuare a pedalare su strada. Un secondo colpo di fortuna: l'annullamento delle traversate di Baal, Koksijde e Dendermonde gli ha permesso di arrivare alla tappa più fresco e di allenarsi con un volume maggiore del previsto.
Un acrobata su due ruote
Quando nel 2015 ha conquistato la sua prima maglia iridata in campo come ventenne, aveva già detronizzato Eric De Vlaeminck come il più giovane campione del mondo di sempre. Van der Poel domenica si è issato al pari dell'uomo di cui “non sa molto, tranne che ha il record ed è il fratello di Roger” in termini di numero di titoli. L'olandese ha sempre puntato ad ampliare la sua collezione di maglie iridate: con una su strada e una su sterrato, sono diventate nove tra i professionisti. Solo l'anno scorso, a Tabor, l'illustre record è entrato nel suo radar.
Eguagliando De Vlaeminck, VDP riaccende inevitabilmente il dibattito su chi sia il miglior ciclocrossista di tutti i tempi. Tuttavia, le generazioni non possono essere paragonate. La professionalità è cresciuta troppo dal 1973, quando De Vlaeminck vinse il suo settimo titolo mondiale. Anche il materiale si è evoluto troppo: all'epoca di De Vlaeminck, per esempio, si usavano tubolari con una larghezza massima di 26 millimetri, oggi di 33.
Quello che è certo è che De Vlaeminck era anche un acrobata su due ruote. Sono leggendarie le storie di come riusciva a percorrere decine di metri su una rotaia del tram. Per quanto riguarda il numero di vittorie da professionista (263), supera ancora di gran lunga Van der Poel (170), così come Sven Nys (288) e Albert Van Damme (più di 400). L'olandese ha ottenuto un risultato senza precedenti: ha vinto 170 delle 231 gare di ciclocross a cui ha partecipato (73,6%). Il che - per chi non sa resistere alla tentazione del confronto - può anche fornire la risposta definitiva. Mai nessuno è stato così dominante nei campi come Mathieu van der Poel.
***
Uitslag:
1. Mathieu van der Poel (Ned);
2. Wout Van Aert 45”;
3. Thibau Nys 1’06”;
4. Joris Nieuwenhuis (Ned) 1’15”;
5. Emiel Verstrynge 1’53”;
6. Toon Aerts; 7. Michael Vanthourenhout 2’00”;
8. Joran Wyseure 2’03”;
9. Lars van der Haar (Ned) 2’09”;
10. Laurens Sweeck 2’28”
***
Jasper Jacobs/blg - Wout van Aert tijdens
zijn tevergeefse remonte op Van der Poel.
Wout van Aert glunderde met het zilver, ook al eindigde hij driekwart minuut na Mathieu van der Poel. Thibau Nys bewees met het brons dat hij een kampioenschapsrenner pur sang is.
“Ik ben op weg naar het niveau dat ik nodig zal hebben in het voorjaar”
- Wout Van Aert
© Guy Van den Langenbergh
3 Feb 2025 - De Standaard
Voor de vijfde keer eindigde Wout van Aert als tweede achter Mathieu van der Poel op een WK veldrijden. In het verleden leidde dat vaak tot korte antwoorden en norse blikken, zondag straalde Van Aert. “Mathieu Heijboer (zijn coach, red.) mag op zijn twee oren slapen: ik ben niet ontgoocheld”, zegde Van Aert. “Ik ben blij met mijn wedstrijd, ben blij dat ik hier aan de start stond. Om Van der Poel weerwerk te kunnen geven, moest het de eerste halve ronde meezitten, en dat was helaas niet zo. Het slechtst mogelijke scenario — ik werd opgehouden in de eerste bocht — gebeurde, maar daar had ik eigenlijk rekening mee gehouden. Het duurde ook redelijk lang voor ik ruimte kreeg om mijn ding te doen.”
Van Aert startte pas vanop de vierde startrij. Omdat hij dit seizoendeelnamaaneenbeperktaantal crossen, had hij niet genoeg wereldbekerpunten. Hij liet het niet aan zijn hart komen, stoomde door naar het groepje dat streed om zilver en reed uiteindelijk weg. “Ik wist dat ik rustig moest blijven. Uiteindelijk heb ik de koers kunnen rijden die ik wilde rijden. Meer zat er niet in. Toen ik vrije baan had, verloor ik ook niet te veel tijd meer op Mathieu. Maar sneller rijden dan hem was ook niet mogelijk. Ik verloor bijna alle tijd op Mathieu in de eerste ronde.”
Of hij het dan niet jammer vond dat hij dichter stond bij de start? “Ik heb er bewust voor gekozen om deze winter weinig wedstrijden te rijden”, zegde hij.
Garmin verloren
Van Aert verloor zijn Garmin onderweg – en had dus geen zicht op zijn wedstrijddata – maar reed naar eigen zeggen “de beste cross” van zijn seizoen. “Ook al is Mathieu de beste, ik bewijs toch nog eens dat ik nog altijd bij de beste crossers van de wereld behoor.”
Elke cross stond in functie van zijn voorjaar op de weg. “Ik heb vandaag niet per se iets geleerd wat ik nog niet wist,” zegde hij, “het was gewoon de bevestiging dat mijn conditie aan het stijgen is. Ik ben op weg naar het niveau dat ik nodig zal hebben in het voorjaar.”
Van Aert nam aan de finish – figuurlijk – zijn pet af voor Mathieu van der Poel, die net voor de zevende keer wereldkampioen was geworden. Logisch, vond Van Aert. “Hoe zou ik geen respect kunnen hebben voor de prestatie van Mathieu? Ik was er ook zeker van dat hij het record van Erik De Vlaeminck zou evenaren, een record waarvan iedereen zei dat het nooit geëvenaard zou worden.”
Straks wacht het voorjaar, en opnieuw zullen Van der Poel en Van Aert de degens kruisen. Wil Van Aert in de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix voorbij Van der Poel, dan ligt er nog heel wat werk op de plank.
Nys blij met brons
Ook Thibau Nys heeft zijn sporen al verdiend op de weg, maar focust voorlopig nog meer op het veld dan Van der Poel en Van Aert. Hij kende een veldritseizoen met veel ups – de Europese titel en de Belgische titel, bijvoorbeeld – maar ook met enkele downs. Maar met een bronzen plak op het WK ontpopt hij zich tot een kampioenschapsrenner pur sang. In de aanloop naar het WK kende hij nog twee moeilijke weken.
“Het is heel mooi om het seizoen zo af te sluiten”, zegde Nys. “Ik heb geen vlekkeloze twee weken gehad in de voorbereiding op dit WK, en de laatste vijf dagen waren echt moeilijk. Fysiek voelde ik dat ik over mijn top was, en ik was aan het vechten tegen ziekte. Ik ben nooit echt ziek geworden, maar in de twee weken voor een WK wil je vertrouwen tanken. Dat was niet het geval.”
Nys trok zich op aan het vooruitzicht van een WK. “Zo’n WK is een ideale motivatie om er toch nog iets van te maken”, zegde hij. “In de eerste ronde voelde ik me redelijk goed, en kon ik opschuiven. Daarna kon ik een goed tempo aanhouden, maar vervolgens sukkelde ik met mijn keuzes van de materiaalposten en verkeerde wisselmomenten. Ik had één keer wat pech met een fiets en moest binnenkomen, wat me uit mijn flow haalde. Het duurde even voor ik in het goede ritme kwam om binnen te komen. Maar zelfs als ik die wissels anders had aangepakt, had ik Wout ook niet kunnen kloppen voor het zilver.”
***
Jasper Jacobs/blg - Wout Van Aert
durante la sua vana rimonta su Van der Poel.
Van Aert era deluso dall'argento, ora è raggiante
Wout van Aert era raggiante per l'argento, anche se è arrivato a tre quarti di minuto da Mathieu van der Poel.
Thibau Nys ha dimostrato con il bronzo di essere un corridore da campionato pur cantando.
“Sono sulla buona strada per raggiungere il livello che mi servirà in primavera”.
- Wout Van Aert
3 febbraio 2025 - De Standaard
Per la quinta volta, Wout van Aert è arrivato secondo dietro a Mathieu van der Poel in un mondiale di ciclocross. In passato, questo ha spesso portato a risposte brevi e sguardi burberi, domenica Van Aert era raggiante. “Mathieu Heijboer (il suo allenatore, ndr) può dormire fra due guanciali: non sono deluso”, ha detto Van Aert. “Sono contento della mia gara, sono felice di essere stato qui alla partenza. Per contrastare Van der Poel, le cose dovevano andare bene nel primo mezzo giro, e purtroppo non è stato così. È successo il peggiore degli scenari possibili, ovvero che fossi bloccato alla prima curva, ma l'avevo messo in conto. Inoltre, c'è voluto molto tempo prima di avere spazio per fare le mie cose”.
Van Aert è partito solo dalla quarta fila della griglia. Avendo partecipato a un numero limitato di gare in questa stagione, non aveva abbastanza punti per il mondiale. Non si è fatto condizionare, ha raggiunto il gruppo in lotta per l'argento e alla fine è andato via. “Sapevo di dover mantenere la calma. Alla fine sono riuscito a percorrere il percorso che volevo. Non c'era nulla di più. Quando ho avuto la corsia libera, non ho perso molto tempo su Mathieu. Ma non era nemmeno possibile andare più veloce di lui. Ho perso quasi tutto il tempo su Mathieu al primo giro”.
Che non si sia pentito di essere stato più vicino alla partenza? “Ho deciso consapevolmente di correre poche gare quest'inverno”, ha detto.
Garmin perso
Van Aert ha perso il suo Garmin sulla strada - e quindi non ha avuto visibilità delle date di gara - ma per sua stessa ammissione ha corso “il miglior cross” della sua stagione. “Anche se Mathieu è il migliore, sto dimostrando ancora una volta che sono ancora tra i migliori crossisti al mondo”, ha detto.
Ogni prova di cross era in funzione della sua primavera su strada. “Oggi non ho imparato nulla che non sapessi già”, ha detto, ”è stata solo la conferma che la mia forma fisica è in crescita. Sono sulla buona strada per raggiungere il livello che mi servirà in primavera”.
Al traguardo, Van Aert si è tolto il cappello - in senso figurato - per Mathieu van der Poel, che era appena diventato campione del mondo per la settima volta. Logico, ha pensato Van Aert. “Come avrei potuto non rispettare la prestazione di Mathieu? Ero anche sicuro che avrebbe eguagliato il record di Erik De Vlaeminck, un record che tutti dicevano non sarebbe mai stato eguagliato”.
Presto arriverà la primavera e ancora una volta van der Poel e Van Aert incroceranno le armi. Se Van Aert vuole superare van der Poel al Giro delle Fiandre o alla Parigi-Roubaix, dovrà lavorare molto.
Nys soddisfatto del bronzo
Anche Thibau Nys si è guadagnato il bronzo, ma per ora si concentra più nel cross che su Van der Poel e Van Aert. Ha avuto una stagione di ciclocross con molti alti - il titolo europeo e quello belga, per esempio - ma anche con alcuni bassi. Ma con un bronzo ai mondiali, è emerso come corridore da campionato pur cantando. In vista della Coppa del Mondo, ha vissuto altre due settimane difficili.
“È molto bello concludere la stagione in questo modo”, ha detto Nys. “Non ho avuto due settimane impeccabili nella preparazione per questo mondiale, e gli ultimi cinque giorni sono stati davvero difficili. Fisicamente mi sentivo al di sopra delle mie possibilità e stavo lottando contro la malattia. Non mi sono mai ammalato, ma nelle due settimane prima di un mondiale vuoi fare il pieno di fiducia. Non è stato così”.
Nys si è rallegrato alla prospettiva di un mondiale. “Un mondiale di questo tipo è una motivazione ideale per fare ancora qualcosa”, ha detto. “Nel primo giro mi sentivo abbastanza bene e sono riuscito ad avanzare. Dopo di che sono riuscito a mantenere un buon ritmo, ma poi mi sono fatto fregare con le mie scelte di materiali e cambi sbagliati. Una volta ho avuto un po' di sfortuna con la bici e sono dovuto rientrare, il che mi ha fatto perdere il filo del discorso. Mi ci è voluto un po' per trovare il ritmo giusto per rientrare. Ma anche se avessi gestito diversamente quelle situazioni, non sarei riuscito a battere Wout per l'argento”.
Commenti
Posta un commento