Wereldkampioenen winnen Vlaanderens mooiste


© Peter MalaiseTadej Pogacar begon 
zijn offensief op de Oude Kwaremont.

Hoe Tadej Pogacar triomfeerde in de speeltuin van Van der Poel

Nadat hij in Milaan-Sanremo op een counter was gelopen, diende Tadej Pogacar in de Ronde van Vlaanderen Mathieu van der Poel van antwoord. 
Het doet wielerliefhebbers nu al watertanden voor Parijs-Roubaix.

7 apr 2025 - De Standaard
Benedict Vanclooster 

Een eerste keer uithalen bij de tweede doortocht op de Oude Kwaremont, vervolgens zowat elke helling gebruiken om bommetjes te blijven droppen en uiteindelijk soleren vanaf de derde passage op diezelfde Kwaremont. Het recept dat Tadej Pogacar twee jaar geleden onderweg naar Oudenaarde al eens had bovengehaald, bleek zondag andermaal de winnende formule.

De tweede triomf van de Sloveen in de Minderbroedersstraat was er één geheel volgens zijn handelsmerk: een overwinning met panache. Niet alleen omdat hij zijn stempel op de finale drukte en de laatste achttien kilometer bij tegenwind helemaal in zijn eentje aflegde, maar vooral ook door hoe hij alle tactische puzzels op zijn pad vakkundig oploste.

Was de 109de Ronde van Vlaanderen vooraf tot een duel tussen Pogacar en Mathieu van der Poel herleid, dan lieten de schaduwfavorieten en outsiders zich niet zomaar naar de slachtbank leiden. Door in de zone na de Molenberg Tiesj Benoot mee te sturen in een offensief met outsiders als Filippo Ganna en Stefan Küng, zette Visma – Lease a Bike de troepen van de wereldkampioen onder druk. Door zich van zijn taaiste en slimste kant te laten zien, manifesteerde Mads Pedersen zich als een extra factor voor de wereldkampioen om rekening mee te houden.

Antibiotica

Toen Pogacar na de Koppenberg voor het eerst helemaal in de spits van de wedstrijd verscheen, werd hij met een numerieke meerderheid van Visma– Lease a Bike en Lidl-Trek geconfronteerd. Op de koop toe had het team van de wereldkampioen in aanloop naar de finale de nodige pech gekend. Door valpartijen waren enkele sleutelpionnen van UAE-XRG, onder wie de Belgen Tim Wellens en Florian Vermeersch, in de achtergrond verzeild geraakt.

Toch was op dat moment al duidelijk dat Pogacar in de eerste plaats met Van der Poel zou moeten afrekenen, de enige die hem op de eerste keer Paterberg had kunnen volgen – een beeld dat zich zou herhalen op de Koppenberg, de Steenbeekdries (met Wout van Aert), de Taaienberg (met Pedersen) en de Oude Kruisberg. Maar de versmachtingsprocedure van de wereldkampioen deed iedereen capituleren, inclusief uiteindelijk Van der Poel.

Solo op de finish afgaan was de gedroomde uitkomst voor Pogacar. Een sprint met de Nederlander, die hem in Sanremo nog had gevloerd, wilde hij vermijden. Van der Poel had na een val op 126 kilometer van de streep wel al een jasje moeten uitdoen. Ook had de uittredende winnaar – zo zou hij achteraf verklaren – aan het begin van de week aan de antibiotica gezeten. Toch was hij zo ridderlijk om deze elementen niet als excuus in te roepen. “De beste heeft gewonnen”, zei Van der Poel.

Pogacar en Van der Poel stonden in Brugge voor de twintigste keer samen aan de start van een eendagskoers bij de profs. In 2019 hadden ze voor het eerst met elkaar de degens gekruist in de door de Nederlander na een spectaculaire remonte gewonnen Amstel Gold Race.

De voorbije zes jaar bouwde Van der Poel in de kasseiklassiekers een stevige heerschappij uit, met als kroonjuwelen drie zeges in de Ronde van Vlaanderen en twee in Parijs-Roubaix. Pogacar is, sinds hij in 2021 Luik-Bastenaken-Luik op zijn naam schreef, nagenoeg ongeslagen in de klimklassiekers.

De confrontaties tussen de koning van de kasseiklassiekers en de heerser van de klimklassiekers geven aan dit klassieke voorjaar een uitzonderlijke dimensie. Dat Pogacar als drievoudig Tourwinnaar überhaupt naar Brugge kwam afgezakt, is op zich al bijzonder. In navolging van de Amerikaan Greg LeMond leek sinds de tijd van Miguel Indurain en Chris Froome specialisatie de norm geworden. Jonas Vingegaard, Pogacars tegenspeler in de Tour, nam sinds vorig jaar zelfs aan geen enkele eendagswedstrijd meer deel.

Pogacar is pas de derde renner na Louison Bobet (1955) en Eddy Merckx (1969 en 1975) die zowel de Tour als de Ronde van Vlaanderen op zijn palmares heeft. Na eerdere overwinningen in de Ronde van Lombardije (viermaal) en Luik-Bastenaken-Luik (tweemaal) heeft hij op zijn 26ste acht monumenten gewonnen. De Sloveen komt daarmee op gelijke hoogte met Rik Van Looy en moet in de ranglijst aller tijden alleen Eddy Merckx (19 monumenten), Roger De Vlaeminck (11), Costante Girardengo, Fausto Coppi en Sean Kelly (elk 9) nog laten voorgaan.

De confrontaties tussen de koning van de kasseiklassiekers en de heerser van de klimklassiekers geven aan dit klassieke voorjaar een uitzonderlijke dimensie

Zondag wil de koning van de klimklassiekers zich alweer wagen aan een volgende jachtpartij op het kroondomein van de Nederlandse kasseikoning. Pogacar gaat dan op zoek naar een overwinning in Parijs-Roubaix, de Helleklassieker waarin hij zijn debuut maakt en die Van der Poel de voorbije twee jaar naar zich toetrok.

Die nieuwe clash doet wielerliefhebbers nu al watertanden. De wereldkampioen krijgt in de Hel van het Noorden geen hellingen voorgeschoteld waar hij het verschil kan maken zoals in de Ronde van Vlaanderen. Bovendien, zo leerde Vlaanderens Mooiste, zou in ParijsRoubaix de tegenstand weleens uit meerdere hoeken kunnen komen.

Mogelijk zal er dan voor het eerst dit voorjaar weer met recht en reden over de ‘grote drie’ kunnen worden gesproken. Op weg naar Oudenaarde schoot Wout van Aert in de explosieve inspanningen dan wel duidelijk tekort, op de langere beklimmingen toonde de Kempenaar dat zijn vorm in stijgende lijn gaat. En waar Pogacar over Parijs-Roubaix beweert dat die wedstrijd hem wellicht net iets minder ligt dan de Ronde, denkt Van Aert dat voor zichzelf juist het omgekeerde geldt.


In ‘Aan de meet’ duikt Benedict Vanclooster in de wieleractualiteit van het weekend.

***

RONDE VAN VLAANDEREN

1. Tadej POGACAR (Slo/UAE Team Emirates - XRG) 268.9 km in 5u58'41" (gem.: 44.981 km/u); 
2. Mads Pedersen (Den) 1'01"; 
3. Mathieu van der Poel (Ned); 
4. Wout van Aert; 5. Jasper Stuyven 1'04"; 6. Tiesj Benoot 1'51"; 7. Stefan Küng (Zwi) 1'53"; 8. Filippo Ganna (Ita) 2'19"; 9. Ivan Garcia Cortina (Spa); 10. Davide Ballerini (Ita); 
11. Laurence Pithie (NZl); 12. Mike Teunissen (Ned); 13. Michael Matthews (Aus); 14. Markus Hoelgaard (Noo); 15. Gianni Vermeersch; 16. Aurélien Paret-Peintre (Fra); 17. Valentin Madouas (Fra); 18. Timo Kielich; 19. Stefan Bissegger (Zwi); 20. Magnus Sheffield (VSt); 21. Matej Mohoric (Slo); 22. Matteo Trentin (Ita); 23. Fred Wright (GBr); 24. Rick Pluimers (Ned); 25. Rasmus Fossum Tiller (Noo)

Commenti

Post popolari in questo blog

Dalla periferia del continente al Grand Continent

Chi sono Augusto e Giorgio Perfetti, i fratelli nella Top 10 dei più ricchi d’Italia?

I 100 cattivi del calcio