Een haakse bocht naar rechts, Pogacar valt en Van der Poel rijdt alleen weg op de kasseien
FOTO JEFF PACHOUD/AFP - Met drie vingers in de lucht viert
Mathieu van der Poel zijn derde opeenvolgende zege in Parijs-Roubaix.
Als ik nog een kind was geweest, zou Mathieu mijn idool zijn
Tadej Pogacar wereldkampioen
14 Apr 2025 - NRC
Sam de Voogt
Voor het eerst stonden Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar beiden aan de start in de klassieker ParijsRoubaix. De twee beste renners ter wereld maakten van hun onderlinge duel alweer een spektakelstuk.
Mathieu van der Poel komt aangelopen over het kunstgras op het middenterrein van het Velodrome André-Pétrieux. Of nou ja, het lijkt meer op waggelen wat de kersverse winnaar van Parijs-Roubaix – voor de derde keer op rij – doet. Op zijn voorhoofd staat een rimpel van modder, het lukt hem nog net zijn moeder Corinne een knuffel te geven.
Even later verschijnt ook Tadej Pogacar, en ook bij hem lijkt het meer op strompelen dan op zijn natuurlijke loopje. Terwijl achter hem renners zittend in het kunstgras worden geïnterviewd – staan kunnen ze niet meer – baant hij zich een weg door fotografen en officials naar een tent van de organisatie, om daar snel op een stoel plaats te nemen.
Kapot zijn ze, de twee beste renners van de wereld. Moegestreden na weer een koers vol aanvallen, die meer dan honderd kilometer voor de finish zijn begonnen. De afgelopen weken bestookten de Nederlander en de Sloveen elkaar constant in de grootste eendagskoersen van het wielerseizoen, en waren ze zo aan elkaar gewaagd dat ze elkaar bij de start van hun laatste confrontatie van dit voorjaar nog helemaal in balans hielden.
En ook deze zondag blijven de twee coureurs weer als laatste over, in de finale van Parijs-Roubaix. Er is een stuurfout van Pogacar voor nodig, waardoor hij in een greppel belandt, om het duel in het voordeel van Van der Poel te beslissen.
Een kroniek van een aangekondigde tweestrijd.
Het gonst
„Hey, niet te snel!” De Belgische renner Tim Wellens fietst in het Bos van Wallers over een van de zwaarste kasseienstroken van Parijs-Roubaix, maar het gaat hem te hard. Filmend met een telefoon wil hij zijn teamgenoot Pogacar vastleggen, maar die zet zo hard aan dat hij bijna uit beeld verdwijnt.
Op 10 februari zet Pogacar de resulterende video online, een week nadat Van der Poel het veldritseizoen heeft afgesloten met zijn zevende wereldtitel. Vanaf dat moment gonst het: zou de Sloveen mee gaan doen aan Parijs-Roubaix? Dat zou een bijzondere keuze zijn. Sinds Greg LeMond in 1991 meedeed als regerend Tourwinnaar, hebben alle renners die in de gele trui Parijs binnenreden de voorjaarskoers gemeden. De laatste keer dat een renner beide in hetzelfde jaar won, was Bernard Hinault in 1981.
Voor klassementsrenners is Parijs-Roubaix simpelweg te gevaarlijk. Een slippertje op een ongelijke kei en je sleutelbeen is gebroken, of veel erger. Herstellen doorkruist de voorbereiding om drie weken lang in de Tour de France op je allerbest te zijn. Pogacar heeft er ervaring mee: in 2023 viel hij in Luik-Bastenaken-Luik, brak zijn pols en moest zijn preparatie voor de Tour aanpassen. In Frankrijk moest hij dat jaar de gele trui aan Jonas Vingegaard laten.
Bovendien is het wielrennen de afgelopen decennia te veel gespecialiseerd: de dunne klimmers die doorgaans bergop uitvechten wie de grote rondes winnen, hebben niks te zoeken op de kasseien waar ze overheen stuiteren bij gebrek aan gewicht. Zulke koer sen zijn geschikter voor grotere, gebloktere renners van het type Wout van Aert uit België of Van der Poel, niet Pogacar.
FOTO JEFF PACHOUD/AFP
Achtervolgers onderweg naar Roubaix.
1-0 Van der Poel
Na de video uit Noord-Frankrijk blijft Pogacar lang stil over zijn voorjaarsplannen. Hij rijdt, én wint, de UAE Tour en wint ook Strade Bianche in Italië. Van der Poel begint zijn wegseizoen in de Belgische Samyn Classic, wint, en rijdt wat ereplaatsen bijeen in de Italiaanse rittenkoers Tirreno-Adriatico.
Ze treffen elkaar voor het eerst in NoordItalië op 22 maart, bij de start van de klassieker Milaan-Sanremo. Ze maken er een onvergetelijke editie van: Pogacar begint met aanvallen op de Cipressa, 25 kilometer van het einde, en blijft aanvallen tot hij samen met Van der Poel en Filippo Ganna uit Italië Sanremo inrijdt. De rest van het peloton is kansloos achtergelaten, uitzonderlijk voor deze race. In de sprint weet de Nederlander zijn twee medekoplopers te verrassen; 1-0 voor Van der Poel in zijn onderlinge duel met Pogacar.
Het peloton verplaatst daarna zich richting België, voor eendagsklassiekers als de E3 Saxo Classic en Gent-Wevelgem. Van der Poel rijdt en wint de E3, maar Pogacar laat zich niet zien. In een persbericht dat eind maart uitkomt, valt te lezen dat hij zich heeft teruggetrokken. Want, zo staat er bijna achteloos: de Sloveen wil op zijn best zijn voor de Ronde van Vlaanderen én Parijs-Roubaix.
De keuze van Pogacar is er een uit eerzucht en uit liefde voor de geschiedenis van het wielrennen. Op 26-jarige leeftijd heeft hij de Ronde van Lombardije (vier keer), de Ronde van Vlaanderen (twee keer) en LuikBastenaken-Luik (twee keer) al gewonnen. Hij wil proberen de resterende twee grootste eendagsklassiekers te winnen; Milaan-Sanremo en Parijs-Roubaix. De Sloveen zou pas de vierde renner in de historie zijn die dat zou lukken.
Aan wielerwetten onttrekt Pogacar zich sowieso al jaren. De man met het kleine, ranke postuur kan tijdrijden, sprinten en liet in de Ronde van Vlaanderen zien dat kasseien hem niet deren. Sterker: in de enige NoordFranse kasseienrit die hij in zijn profcarrière reed, een etappe in de Tour de France van 2022, was het de Sloveen die tijd pakte op zijn concurrenten, niet andersom.
Pogacar laat blijken dat het hem menens is: in een verkenning van het parcours van Parijs-Roubaix rijdt de Sloveen op twee van de drie zwaarste kasseienstroken – Mons-enPévèle en Carrefour de l’Arbre – de snelste tijd ooit gefietst. Weliswaar achter een motor, zo blijkt later, maar de vorm is er, en Pogacar kent schijnbaar geen angst voor de kasseien.
De voorpret wordt nog groter als Pogacar en Van der Poel op 6 april in de Ronde van Vlaanderen opnieuw een grote wielershow voorschotelen. Tot diep in de finale blijft Pogacar op elke heuvel versnellen, want hij weet: met Van der Poel naar de finish rijden is de koers verliezen in de sprint. Hij moet hem ergens afschudden. Bij zijn zevende aanval, op de Oude Kwaremont, lukt het hem eindelijk. Ruim zestien kilometer later komt Pogacar alleen over de streep; de stand is 1-1.
Ineens valt de beslissing
De onderlinge strijd moet worden beslist tussen de akkers van Noord-Frankrijk, op weggetjes die normaliter bereden worden door zware tractoren, met dikke banden die maling hebben aan scheef aflopende weggetjes vol knoeperds van stenen die een fietswiel doormidden kunnen breken.
Al vroeg laten de topfavorieten zich zien. De Deen Mads Pedersen geeft het startschot met een demarrage, daarna gaat Pogacar in de aanval, Van der Poel klapt er op zijn beurt overheen. Ze lossen elkaar niet, de grote namen, maar hun eerste speldenprikken zorgen ervoor dat het peloton achter hen volledig uit elkaar spat.
Terwijl de regie beelden van lekke banden, gebroken wielen en renners op de grond toont, blijven Pogacar en Van der Poel bij elkaar, hoeveel moeite ze ook doen om elkaar te lossen. De Sloveen bijt op zijn tanden en schudt met het hoofd. Van der Poel tuit zijn lippen nog maar eens bij weer een inspanning.
Op zo’n 70 kilometer van de finish gaat Pogacar er opnieuw vandoor. Van der Poel zit eigenlijk te ver van achter, maar met een reuzeversnelling rijdt hij zich toch naar het wiel van zijn rivaal. Ineens zitten ze, met nog meer dan 65 kilometer te gaan, samen en alleen aan kop. Van der Poels ploeggenoot Jasper Philipsen voegt zich nog even bij hen, maar moet hen even later weer laten gaan.
Nu vallen de verschillen tussen de coureurs op. Van der Poel is acht centimeter langer, negen kilo zwaarder. Hij lijkt soms zijn fiets uit elkaar te trekken, zoveel kracht probeert hij over te brengen op de pedalen. Pogacar heeft daarnaast een soepelere tred. Een paar keer versnelt hij bijna geruisloos, en ontstaat er ineens een klein gat tussen hem en Van der Poel.
Het duo bevindt zich op de Pont-Thibault à Ennevelin, een medium moeilijke kasseienstrook op 38 kilometer van de finish, als ineens de beslissing in de wedstrijd valt. De weg maakt een haakse bocht naar rechts en de Sloveen schat zijn rijbaan volledig verkeerd in. Plots ligt hij in de greppel, zijn ketting van de fiets. Van der Poel weet hem maar ternauwernood te ontwijken.
Zelfs een vanuit het publiek gegooide bidon, die zijn hoofd raakt, deert Van der Poel niet. Het gat is twintig seconden, wordt nog even dertien, maar loopt dan al snel op. Als Pogacar stopt voor een fietswissel wordt de witte vlag definitief gehesen. Met een grimas van vermoeidheid stuurt Van der Poel het velodrome in Roubaix op. Op de finishfoto die na afloop getoond wordt, is te zien hoe hij zelfs al voor de streep afstapt.
„Het is een grote eer om tegen iemand als Mathieu te mogen koersen. Als ik nog een kind was geweest, zou hij mijn idool zijn”, zegt Pogacar na afloop. Hij noemt het een van de zwaarste races uit zijn carrière. Van der Poel zegt even later: „Tadej is een van de beste renners ooit. Ik vermoed dat als hij stopt, zijn carrière een beetje op die van Eddy Merckx zal lijken.” Ze hebben er, ondanks alle inspanningen, van genoten. Beiden staan nu op acht gewonnen monumenten.
Van der Poel gaat na zijn zege met vakantie, Pogacar rijdt nog de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik. Ze treffen elkaar pas weer in de Tour de France, en zullen elkaar daar weinig tegenkomen omdat Pogacar voor het klassement rijdt en Van der Poel voor ritzeges. Vinden ze dat dan nog jammer? „Nu moet je niet te hebberig worden”, reageert Pogacar. „Laten we genieten van wat we hebben laten zien.”
***
FOTO JEFF PACHOUD/AFP - Con tre dita al cielo festeggia
Mathieu van der Poel la sua terza vittoria consecutiva alla Parigi-Roubaix.
Una curva ad angolo retto a destra,
Pogacar cade e van der Poel se ne va in solitaria sul pavé
"Se fossi un ragazzino, Mathieu sarebbe il mio idolo"
- Tadej Pogacar campione del mondo
14 aprile 2025 - NRC
Sam de Voogt
Per la prima volta, Mathieu van der Poel e Tadej Pogacar erano entrambi alla partenza della Parigi-Roubaix. I due migliori corridori al mondo hanno dato spettacolo nel loro reciproco duello.
Mathieu van der Poel corre sull'erba sintetica del campo centrale del velodromo André-Pétrieux. O meglio, il nuovo vincitore della Parigi-Roubaix, per la terza volta consecutiva, si muove più che altro a passo d'uomo. Sulla fronte ha una rigagnolo di fango, e riesce appena a dare un abbraccio a sua madre Corinne.
Pochi istanti dopo appare anche Tadej Pogacar, e anche lui sembra più incespicare che camminare in modo naturale. Mentre dietro di lui i corridori vengono intervistati seduti sul sintetico - non riescono più stare in piedi - si fa strada tra fotografi e funzionari fino al tendone degli organizzatori, dove prende rapidamente posto su una sedia.
Sono a pezzi, i due migliori corridori del mondo. Esausti dopo un'altra corsa piena di attacchi, esplosa a più di cento chilometri dal traguardo. Nelle ultime settimane, l'olandese e lo sloveno si sono bombardati a vicenda nelle più importanti classiche della stagione, e si sono trovati in una situazione di tale parità da essere ancora in totale equilibrio all'inizio del loro ultimo confronto di questa primavera.
Anche questa domenica, i due corridori restano primi, nel finale della Parigi-Roubaix. Ci vuole un errore di sterzata di Pogacar, che lo manda in un fosso, per decidere il duello a favore di van der Poel.
Cronaca di un duello annunciato.
È un ronzio
“Ehi, non così veloce!” Il ciclista belga Tim Wellens sta attraversando uno dei tratti di pavé più duri della Parigi-Roubaix, il Bos van Wallers (la foresta di Arenberg, ndr), ma sta andando troppo veloce. Riprendendo con un telefonino, vuole immortalare il suo compagno di squadra Pogacar, ma si infiamma così tanto che quasi scompare dalla vista.
Il 10 febbraio, Pogacar ha messo online il video che ne è scaturito, una settimana dopo che van der Poel aveva concluso la stagione del ciclocross con il suo settimo titolo mondiale. Da quel momento si è scatenato il finimondo: lo sloveno avrebbe partecipato alla Parigi-Roubaix? Sarebbe una scelta insolita. Da quando Greg LeMond ha partecipato come vincitore in carica del Tour nel 1991, tutti i corridori che sono entrati a Parigi con la maglia gialla hanno evitato la classica di primavera. L'ultima volta che un corridore ha vinto entrambe nello stesso anno è stato Bernard Hinault nel 1981.
Per i corridori di classifica, la Parigi-Roubaix è semplicemente troppo pericolosa. Basta una scivolata su un sampietrino irregolare per rompersi la clavicola, o molto peggio. Il recupero richiede una preparazione molto accurata per essere al meglio per tre settimane al Tour de France. Pogacar ha esperienza: nel 2023 è caduto alla Liegi-Bastogne-Liegi, si è rotto il polso e ha dovuto modificare la sua preparazione per il Tour. In Francia, quell'anno, dovette lasciare la maglia gialla a Jonas Vingegaard.
Inoltre, negli ultimi decenni il ciclismo è diventato iper-specializzato: gli scalatori magri che di solito lottano in salita e che lottano per i grandi giri, nulla hanno a che fare con il pavé, su cui rimbalzano per insufficienza di peso. Queste corse sono più adatte a corridori più grossi e massicci come il belga Wout Van Aert o Van der Poel, non a Pogacar.
FOTO JEFF PACHOUD/AFP
Inseguitori a caccia verso Roubaix.
1-0 Van der Poel
Dopo il video dal nord della Francia, Pogacar rimane a lungo in silenzio sui suoi programmi primaverili. Vince l'UAE Tour negli Emirati e la Strade Bianche in Italia. Van der Poel inizia la sua stagione su strada nella Samyn Classic in Belgio, vince e conquista alcuni piazzamenti nella Tirreno-Adriatico, breve corsa a tappe italiana.
Si incontrano per la prima volta nel nord Italia il 22 marzo, alla partenza della classicissima Milano-Sanremo. Ne fanno un'edizione indimenticabile: Pogacar parte all'attacco sulla Cipressa, a 25 chilometri dalla fine, e continua ad attaccare fino all'arrivo a Sanremo con van der Poel e l'italiano Filippo Ganna. Il resto del gruppo rimane senza speranze, fatto eccezionale per questa corsa. Nello sprint, l'olandese riesce a sorprendere i suoi due co-leader; 1-0 per Van der Poel nel duello con Pogacar.
Il gruppo si sposta poi in Belgio, per classiche come la E3 Saxo Classic e la Gent-Wevelgem. Van der Poel vince l'E3, ma Pogacar non si presenta. In un comunicato stampa di fine marzo si legge che ha rinunciato. Perché, si dice quasi con noncuranza, lo sloveno vuole essere al meglio per il Giro delle Fiandre e per la Parigi-Roubaix.
La scelta di Pogacar è un atto d'onore e di amore per la storia del ciclismo. A 26 anni, ha già vinto il Giro di Lombardia (quattro volte), il Giro delle Fiandre (due volte) e la Liegi-Bastogne-Liegi (due volte). Vuole provare a vincere le altre due classiche monumento: Milano-Sanremo e Parigi-Roubaix. Lo sloveno sarebbe solo il quarto corridore nella storia a riuscirci.
Pogacar ha comunque già sconfitto per anni le leggi del ciclismo. L'uomo di statura piccola e snella è in grado di affrontare cronometro e sprint e al Giro delle Fiandre ha dimostrato che il pavé non lo disturba. Infatti, nell'unica tappa sul pavé del nord della Francia che ha corso nella sua carriera da professionista, al Tour de France 2022, è stato lo sloveno a guadagnare tempo sui suoi avversari, non il contrario.
Pogacar ha dimostrato di fare sul serio: in una ricognizione del percorso della Parigi-Roubaix, lo sloveno ha fatto registrare il tempo più veloce mai pedalato su due dei tre tratti di pavé più duri, Mons-en-Pévèle e Carrefour de l'Arbre. Certo, dietro moto, si scoprirà in seguito, ma la forma c'è e Pogacar sembra non avere paura del pavé.
L'attesa si intensifica quando Pogacar e van der Poel danno vita a un altro grande spettacolo ciclistico al Giro delle Fiandre del 6 aprile. Nel finale, Pogacar continua ad accelerare su ogni muro, perché sa che arrivare al traguardo con van der Poel significa perdere in volata. Deve scrollarselo di dosso, da qualche parte. Al settimo attacco, sull'Oude Kwaremont, finalmente ci riesce. Più di 16 chilometri dopo, Pogacar taglia il traguardo in solitaria; il punteggio è di 1-1.
Improvvisamente la decisione arriva
La battaglia tra i due si deciderà tra i campi del nord della Francia, su strade normalmente utilizzate da trattori pesanti, con pneumatici grassi che non si preoccupano delle strade in pendenza piene di sassi che possono spezzare in due una ruota di bicicletta.
All'inizio si presentano i principali favoriti. Il danese Mads Pedersen parte all'attacco, poi all'attacco va Pogacar, van der Poel si fa sentire a sua volta. Non si scaricano a vicenda, i grandi nomi, ma le loro prime punture di spillo fanno sì che il gruppo dietro di loro si sfaldi del tutto.
Mentre la tappa mostra immagini di forature, ruote rotte e corridori a terra, Pogacar e van der Poel rimangono uniti, nonostante gli sforzi per staccarsi a vicenda. Lo sloveno si morde i denti e scuote la testa. Van der Poel si stringe le labbra per l'ennesimo sforzo.
A circa 70 chilometri dall'arrivo, Pogacar riparte. Van der Poel è in realtà troppo lontano nelle retrovie, ma con una gigantesca accelerazione si porta comunque alla ruota del rivale. Improvvisamente, a più di 65 chilometri dall'arrivo, i due sono insieme e soli in testa. Il compagno di squadra di van der Poel, Jasper Philipsen, li raggiunge per un po', ma deve lasciarli andare poco dopo.
Ora le differenze tra i corridori si fanno sentire. Van der Poel è più alto di otto centimetri e più pesante di nove chili. A volte sembra che stia per spaccare la bicicletta, tanta è la potenza che cerca di trasferire ai pedali. Anche Pogacar ha un'andatura più fluida. Alcune volte accelera quasi silenziosamente, creando improvvisamente un piccolo divario tra lui e van der Poel.
Il duo si trova sul Pont-Thibault à Ennevelin, un tratto in pavé di media difficoltà a 38 chilometri dall'arrivo, quando improvvisamente la decisione della corsa cade. La strada compie una curva ad angolo retto e lo sloveno sbaglia completamente la sua corsia. Improvvisamente si ritrova nel fosso, con la catena staccata dalla bicicletta. Van der Poel riesce a evitarlo solo per un pelo.
Anche una borraccia lanciata dalla folla, che lo colpisce al volto, "disturba" van der Poel. Il distacco è di 20 secondi, diventa brevemente di 13, ma poi aumenta rapidamente. Quando Pogacar si ferma per il cambio della bicicletta, viene finalmente issata la bandiera bianca. Con una smorfia di stanchezza, van der Poel si avvia verso il velodromo di Roubaix. La foto dell'arrivo mostrata in seguito lo ritrae mentre smonta quasi prima del traguardo.
“È un grande onore correre contro uno come Mathieu. Se fossi un bambino, sarebbe il mio idolo”, ha dichiarato Pogacar. La definisce una delle gare più difficili della sua carriera. Van der Poel poco dopo dice: “Tadej è uno dei migliori corridori di sempre. Sospetto che quando si fermerà, la sua carriera sarà un po' come quella di Eddy Merckx”. Si sono divertiti, nonostante tutti i loro sforzi. Entrambi sono ora a quota otto monumento vinte.
Van der Poel dopo la vittoria andrà in vacanza, Pogacar correrà l'Amstel Gold Race e la Liegi-Bastogne-Liegi. Non si incontreranno più fino al Tour de France, e non si incontreranno molto perché Pogacar corre per la classifica generale e van der Poel per le vittorie di tappa. Si pentono ancora di averlo fatto? “Ora non siate troppo avidi”, risponde Pogacar. “Godiamoci quello che abbiamo dimostrato”.
Commenti
Posta un commento