Met zijn grote teen punterde hij Feyenoord naar de Europa Cup I


FOTO GUUS DE JONG/HELMDUINEN
Ove Kindvall in actie tijdens de roemruchte 
Europa Cup I-finale tegen Celtic (2-1) op 6 mei 1970.

De Zweed Ove Kindvall bezorgde Feyenoord de Europa Cup I. 
„Ik was geen sterke, krachtige nummer 9, maar ik kon wel lopen.”

"Hij was een iel mannetje maar zo snel als de neten"
   - Willem van Hanegem ‘De Kromme’

6 Aug 2025 - NRC
Jaap Bloembergen 

AMSTERDAM - In zijn woonplaats Norrköping kon hij bijna zijn hele leven rustig over straat lopen. In Rotterdam werd hij een halve eeuw door Jan en alleman aangeklampt. Ging hij weer vriendelijk lachend op de foto, handtekeningen uitdelend. Ove Kindvall, die Feyenoord (en Nederland) in 1970 ten koste van het Schotse Celtic naar de eerste Nederlandse Europa-Cupzege punterde, overleed deze week in zijn geboorteland Zweden op 82-jarige leeftijd aan Alzheimer.

Kindvalls winnende doelpunt staat op het netvlies van iedere oudere Rotterdammer. Feyenoord-fans noemden hun zoon Ove. Bij elke reünie in de Kuip vloog hij over uit Zweden. Tot hij een paar jaar geleden aan geheugenverlies ging lijden. Hij ontbrak in het najaar van 2023 ook rond de Champions League-wedstrijd van Feyenoord tegen Celtic, toen de oude kampioenen voor de zoveelste keer werden geëerd.

„De laatste drie maanden kunnen we niet echt meer met hem praten”, zei boezemvriend en oer-Feyenoorder Jan Mastenbroek even daarvoor. „Ik heb hem heel even kort gesproken op zijn verjaardag. Toen heb ik hem nog foto’s van het kampioenschap gestuurd. Maar hij herkent veel mensen niet meer.”

Bekeken intikker

Kindvall dankte zijn roem aan een bekeken intikker in de verlenging van de Europa-Cupfinale in Milaan. Hij wipte de bal vanuit een moeilijke hoek met zijn grote teen langs de Celtic-doelman, nadat een Schotse verdediger even daarvoor de bal met de hand had beroerd.

Televisiecommentator Herman Kuiphof riep opgewonden: „Hands, hij maakt hands, dat moet een penalty zijn!” Maar de Italiaanse scheidsrechter Lo Bello paste de voordeelregel toe en Kindvall leek daarop te anticiperen – hij negeerde althans de roep om een strafschop. En punterde de bal vervolgens met een boogje in de korte hoek. „Beetje geluk hoor, dat moet ik zeggen. Dit was niet de bedoeling”, vertelde hij NRC in mei 2020 bij het tiende ‘lustrum’.

In het Feyenoord-museum ligt de ‘winnende’ Adidas-schoen van Kindvall uitgestald. Met in de vitrine ernaast het kapotte ziekenfondsbrilletje van de dit jaar eveneens overleden Joop van Daele, matchwinnaar in de wereldbekerfinale een paar maanden later. Een tegenstander van het Argentijnse Estudiantes had de bril na de 1-0 van zijn gezicht gegrist en een ander trapte het kapot.

Over Ove Kindvall zei ploeggenoot Wim van Hanegem het volgende op de Feyenoord-site: „Wat wij het gekste vonden bij hem was dat hij een stuk minder speelde tijdens de koude maanden. In de winter scoorde hij helemaal niet en dat terwijl hij uit Zweden kwam”, zei De Kromme die daarbij leek te zijn vergeten dat voetbal in Zweden een zomersport is. „Hij was een iel mannetje maar zo snel als de neten. Hij was zo intelligent en wist precies wanneer hij moest diepgaan”, aldus Van Hanegem.

Precies dit gebeurde op die 6de mei 1970. De in juli dit jaar overleden aanvoerder Rinus Israël had zijn strakke vrije bal vanaf eigen helft nog niet verzonden, of Kindvall was al in de vrije ruimte gerend. In hetzelfde NRC-verhaal uit 2020 blikten beide hoofdrolspelers terug op hun bijna telepathische samenwerking. Israël: „Ik zag hem wel vertrekken, ja.” Kindvall: „Het was een gevoel, ik zag dat hij die vrije trap ging nemen.” Israël: „Het was een uitgelezen kans om die bal te geven.” Kindvall: „Ik wist dat hij een hele goede trap had. Als wij een vrije trap kregen en Rinus ging erachter staan, wist ik: húp, nu moet ik diep gaan.” Israël: „Hij moest op de juiste hoogte en juiste snelheid. En iedereen heeft wel eens geluk in zijn leven, dus ik ook.” Kindvall: „Ik wist dat áls hij zou komen, ik zou scoren. Gek hè?”

‘San Siro is van ons’

Zo’n 25.000 Feyenoordfans waren in San Siro getuige van de 2-1 zege. Kuiphof sprak tijdens de feestvreugde in Milaan tegen miljoenen televisiekijkers de gevleugelde woorden: „Milaan is een beetje van Feyenoord. San Siro is op het ogenblik helemaal van ons!” Dezelfde Kuiphof was Kindvall een paar seizoenen eerder op zijn Zweeds gaan uitspreken: Oewe Tsjiendvall. Waarop Kuiphof op zijn beurt werd verbasterd in Tsjuiphof.

Bengt Ove Kindvall werd tussen 1966 en 1971 drie keer topscorer van de eredivisie – hij maakt 129 doelpunten in 144 competitieduels. „Ik was geen sterke, krachtige nummer 9, maar ik kon wel lopen, heel veel lopen, zodat tegenstanders niet meer wisten wat ik deed. Zo maakte ik grote verdedigers gek”, zei hij in hetzelfde NRC-interview. De slechts 1,76 meter lange Kindvall was wendbaar en lichtvoetig voor een midvoor. In zijn jeugd deed hij veel aan gymnastiek. „Dat was voor mij heel belangrijk. Dat heb ik jaren gedaan. Zonder gymnastiek had ik het niet gered.”

Kindvall zou na zijn beroemde doelpunt nog één seizoen in de Kuip spelen voordat hij in de zomer van 1971 terugkeerde naar zijn oude club IFK Norrköping. In 1975 ging hij bij IFK Göteborg met voetbalpensioen ging. Hij speelde 43 interlands voor het nationale elftal – hij maakte zestien doelpunten in het Zweedse shirt – en deed mee aan de WK’s van 1970 en 1974.

Feyenoord had decennialang heimwee naar de Zweedse goaltjesdief, het versleet tientallen (mislukte) centrumspitsen voordat vrijetrappenspecialist Pierre van Hooijdonk de club in 2002 aan de UEFA Cup hielp. Maar zo populair als Ove is ook PiAir nooit geweest. Veel Rotterdamse kinderen zijn naar hem vernoemd, zoals veel Amsterdamse jongetjes Jari heten, naar de Finse Ajacied Litmanen. Alleen, anders dan in Norrköping, een standbeeld en een straatnaam kwamen er nooit. De immer bescheiden Ove Kindvall is er nooit over gevallen.

***

FOTO GUUS DE JONG/HELMDUINEN
Ove Kindvall in azione durante la famosa finale di Coppa dei Campioni 
vinta (2-1) col Feyenoord contro il Celtic il 6 maggio 1970.

Con l'alluce ha lanciato il Feyenoord fino alla Coppa dei Campioni 

Lo svedese Ove Kindvall assicurò al Feyenoord la Coppa dei Campioni.
"Non ero un numero 9 forte e potente, ma sapevo correre."

"Era esile, ma veloce come una scheggia"
   - Willem  "il Gobbo" van Hanegem

6 agosto 2025 - NRC
Jaap Bloembergen

AMSTERDAM - Nella sua città natale, Norrköping, ha potuto camminare per strada con disinvoltura per quasi tutta la vita. A Rotterdam, è stato avvicinato da tutti per mezzo secolo. Tornava a posare per le foto, sorridendo gentilmente e firmando autografi. Ove Kindvall, che nel 1970 guidò il Feyenoord (e l'Olanda) alla sua prima vittoria in Coppa dei Campioni a spese del Celtic, è morto questa settimana nella sua natia Svezia all'età di 82 anni per l'Alzheimer.

Il gol-vittoria di Kindvall è impresso nella mente di ogni anziano di Rotterdam. I tifosi del Feyenoord chiamavano il loro figlio Ove. Arrivava in aereo dalla Svezia per ogni riunione allo stadio De Kuip. Finché non ha iniziato a soffrire di perdita di memoria qualche anno fa. Era assente anche nell'autunno del 2023, in occasione della partita di Champions League del Feyenoord contro il Celtic, quando gli ex campioni sono stati onorati per l'ennesima volta.

"Non siamo riusciti a parlargli negli ultimi tre mesi", aveva detto poco prima Jan Mastenbroek, caro amico e giocatore di lunga data del Feyenoord. "Gli ho parlato brevemente il giorno del suo compleanno. Gli ho mandato le foto della vittoria in campionato. Ma ormai non riconosceva più molte persone."

Un tap-in ben ponderato

Kindvall deve la sua fama a un tap-in ben ponderato nei tempi supplementari della finale di Coppa dei Campioni a Milano. Ha calciato la palla con l'alluce, superando il portiere del Celtic da un angolazione difficile, pochi istanti dopo che un difensore scozzese aveva toccato con la mano la palla.

Il telecronista Herman Kuiphof gridò eccitato: "Fallo di mano, ha toccato la palla con la mano, dovrebbe essere rigore!". Ma l'arbitro italiano (Concetto) Lo Bello ha applicato la norma del vantaggio, e Kindvall sembrava averlo previsto – almeno ha ignorato la chiamata del rigore. Poi ha calciato la palla con un arco nell'angolo più vicino. "Un po' di fortuna, devo dire. Non era quella l'intenzione", ha dichiarato a NRC nel maggio 2020 in occasione del cinquantesimo anniversario.

La scarpa Adidas "vincente" di Kindvall è esposta al museo del Feyenoord. Accanto, nella teca, c'erano gli occhiali rotti dell'assicurazione sanitaria di Joop van Daele, vincitore della Coppa Intercontinentale pochi mesi dopo e anch'egli scomparso quest'anno. Un giocatore della squadra avversaria, l'argentina Estudiantes, glieli aveva strappati dal viso dopo l'1-0, e un altro glieli aveva fatti a pezzi.

Il compagno di squadra Wim van Hanegem ha commentato così Ove Kindvall sul sito web del Feyenoord: "Quello che abbiamo trovato più strano in lui è che rendeva molto meno durante i mesi freddi. In inverno non segnava affatto, eppure era svedese", ha detto De Kromme, che sembrava aver dimenticato che in Svezia il calcio è uno sport estivo. "Era esile, ma veloce come una scheggia. Era così intelligente e sapeva esattamente quando scattare", ha aggiunto van Hanegem.

Proprio come accadde il 6 maggio 1970. Il capitano Rinus Israël, scomparso a luglio di quest'anno, non aveva ancora calciato la sua punizione dalla propria metà campo che Kindvall era già corso nello spazio aperto. Nello stesso articolo di NRC del 2020, i due giocatori-chiave riflettevano sulla loro collaborazione quasi telepatica. Israël: "Sì, lo vidi partire." Kindvall: "È stata una sensazione; l'ho visto calciare quella punizione." Israël: "Era un'occasione d'oro per dargli quel pallone." Kindvall: "Sapevo che aveva un tiro davvero forte. Se avessimo avuto una punizione e Rinus si fosse fatto avanti, sapevo: hop, ora devo attaccare la profondità." Israël: "Doveva essere all'altezza giusta e alla velocità giusta. E a tutti capita un colpo di fortuna, quella volta è successo a me." Kindvall: "Sapevo che se ci fossi arrivato, avrei segnato. Pazzesco, vero?"

"San Siro è nostro"

Circa 25.000 tifosi del Feyenoord hanno assistito alla vittoria per 2-1 a San Siro. Durante i festeggiamenti a Milano, Kuiphof ha pronunciato la famosa frase rivolta a milioni di telespettatori: "Milano è un po' del Feyenoord. San Siro è completamente nostro in questo momento!". Qualche stagione prima, lo stesso Kuiphof aveva iniziato a pronunciare Kindvall in svedese: Oewe Tsjiendvall. E, a sua volta, lui è stato storpiato in "Tsjiiphof".

Tra il 1966 e il 1971, Bengt Ove Kindvall è stato il capocannoniere dell'Eredivisie per tre volte, segnando 129 gol in 144 partite di campionato. "Non ero un numero 9 forte e potente, ma sapevo correre, correre tanto, quindi gli avversari non sapevano mai cosa stessi facendo. È così che facevo impazzire i difensori più grossi", ha dichiarato a NRC nella stessa intervista. Alto solo 1,76, Kindvall era agile e leggero per essere un centravanti. Da ragazzo, si era dedicato parecchio alla ginnastica. "Per me era molto importante. L'ho praticata per anni. Senza la ginnastica, non ce l'avrei fatta."

Kindvall giocò un'altra stagione al De Kuip dopo il suo famoso gol, prima di tornare al suo ex club, l'IFK Norrköping, nell'estate del 1971. Nel 1975 all'IFK Göteborg si ritirò dal calcio giocato. Nella nazionale svedese collezionò 43 presenze e sedici gol, e giocò i Mondiali del 1970 e del 1974.

Il Feyenoord ne ha cercato per decenni un erede, cambiando decine di centravanti (falliti) prima che lo specialista dei calci piazzati Pierre van Hooijdonk aiutasse il club a vincere la Coppa UEFA nel 2002. Ma PiAir non è mai stato popolare quanto Ove. Molti bambini di Rotterdam ne portano il nome, così come molti ragazzi di Amsterdam vengono chiamati Jari, in onore di Litmanen, l'ex giocatore finlandese dell'Ajax. Tuttavia, a differenza di Norrköping, una statua e un nome per una via non sono mai stati realizzati. Il sempre modesto Ove Kindvall non se ne è mai lamentato.

Commenti

Post popolari in questo blog

Dalla periferia del continente al Grand Continent

I 100 cattivi del calcio

Chi sono Augusto e Giorgio Perfetti, i fratelli nella Top 10 dei più ricchi d’Italia?