© AFP
Als ploegleider van Team Telekom met Jan Ullrich,
met wie hij in 1997 de Tour de France won.
2 set 2025 - Gazet van Antwerpen Stad en Rand
GUY VAN DEN LANGENBERGH
Met Walter Godefroot verliest België een van zijn meest markante figuren. Niet enkel als renner maar later ook als ploegleider maakte de Gentenaar naam. En hij was het die de Koppenberg tipte bij de parcoursbouwer van de Ronde van Vlaanderen. Godefroot overleed op 82-jarige leeftijd na een slepende strijd tegen de ziekte van Parkinson.
Godefroot werd wel eens omschreven als de beste klassieke renner van zijn generatie na Eddy Merckx. Niet ten onrechte. Met twee zeges in de Ronde van Vlaanderen – 1968 en 1978 – en één keer Parijs-Roubaix op zijn naam bewees de Gentenaar dat hij kasseien niet hoefde te vrezen. Bovendien beschikte Godefroot – roepnaam ‘De Vlaamse Buldog’ – over een geducht eindschot.
De Oost-Vlaming doet een eerste keer van zich spreken in 1964 wanneer hij de bronzen medaille wint op de olympische wegrit in Tokio, toen nog voorbehouden voor amateurs. Godefroot stoomt meteen door naar de profs en maakt ook daar meteen indruk. Eén jaar later, in 1965, kroont hij zich in Vilvoorde al meteen tot kampioen van België dankzij… Eddy Merckx. De 19jarige Merckx reageert in volle finale op een uitval van Tuur De Cabooter, de latere schoonbroer van... Godefroot. Met zijn actie rolt Merckx de rode loper uit voor Godefroot, het begin van een indrukwekkend palmares. “Maar mijn mooiste zege op het BK was in 1972, toen ik opnieuw Merckx klopte”, aldus Godefroot zelf. “Als je Merckx niet klopte, kon je niet winnen.
Merckx demarreerde in de bevoorrading. Ik liet al mijn eten en drinken vallen en ging hem achterna. Samen reden we naar de finish en daar kon ik hem verslaan.”
Als kind van de Vlaamse Ardennen zal Godefroot zijn meest emotionele zeges boeken in de Ronde van Vlaanderen. Tot twee keer toe wint hij de wedstrijd met finish in Meerbeke: in 1968 regelt hij de spurt van een omvangrijke kopgroep met illustere namen als Eddy Merckx, Raymond Poulidor en Rik Van Looy. “Een jaar eerder won ik Luik-Bastenaken-Luik (in een spurt tegen Merckx,
red.) maar mocht ik niet mee naar het WK, naar het schijnt omdat Merckx dat niet wilde”, aldus Godefroot jaren later in De Standaard. “Ik was daar een jaar later nog boos over en spande samen met Van Looy tegen Merckx. Ward Sels leek ervan te profiteren, maar zijn aanval strandde in de laatste rechte lijn.”
Tien jaar later deed hij op 34-jarige leeftijd dat kunstje over, deze keer door in een spurt met drie te winnen van Michel Pollentier en de Duitser Gregor Braun. Om dat jaar te winnen moest Godefroot onder meer over de Koppenberg, een helling die hij nota bene zelf had getipt aan de organisatoren van de Ronde maar die hij toch zo lang als mogelijk geheim hield omdat hij er zelf zo moeilijk over geraakte.
Tien ritzeges in de Tour
Godefroot was meer dan een klassiek renner. Hij onderscheidde zich doorheen de jaren ook met zijn spurtsnelheid, een wapen waarvan hij vooral in de Ronde van Frankrijk gebruikmaakte. Maar liefst tien keer zou hij in de Tour de handen in de lucht mogen steken, waarbij vooral zijn laatste ritzege eentje voor de geschiedenisboeken werd. Na jarenlange discussies stond het stadsbestuur van Parijs eindelijk toe dat de Ronde van Frankrijk mocht eindigen op de meest prestigieuze avenue van de Lichtstad, de befaamde Champs-Elysées. Godefroot haalde nog één keer zijn spurtersbenen boven en won er zijn tiende Touretappe ooit.
Walter Godefroot zou de wielersport nooit loslaten, zakelijk noch sportief. In 1981 opent hij in Sint-Martens-Latem een eigen fietsenzaak die nu nog altijd wordt gerund door zijn zonen. Een jaar eerder was hij al ploegleider geworden bij IJsboerke, zijn werkgever tijdens zijn laatste profjaar. Na IJsboerke volgt Capri Sonne, Lotto en Weinmann. “Dat ik de zo goed als afgeschreven Carlo Bomans in 1989 naar de Belgische titel kon leiden, daar heb ik misschien wel het meeste plezier aan beleefd”, blikte Godefroot jaren later bij de VRT terug op zijn rol als ploegleider.
Zabel, Riis, Ullrich
Maar het belangrijkste hoofdstuk van zijn carrière in de ploegwagen begint in 1992, wanneer hij wordt aangesteld als sportief leider van het Duitse Team Telekom., het latere T-Mobile. Het begin van een onwaarschijnlijk verhaal voor Godefroot. Niet alleen lanceert hij met Erik Zabel één van de meest succesrijke Tourspurters ooit, de Oost-Vlaming zal er met Bjarne Riis en Jan Ullrich ook in slagen om de Tour twee jaar op rij – 1996 en 1997 – te winnen.
Maar wat zijn grootste sportieve triomf lijkt te zijn, zal later uitgroeien tot misschien wel zijn ergste nachtmerrie. Bjarne Riis zal later opbiechten de Tour te hebben gewonnen met de hulp van verboden middelen, de naam van Jan Ullrich duikt op in Operacion Puerto, de grootste dopingzaak uit het moderne wielrennen. Over de rol van Godefroot hierin is nooit opheldering gekomen. “Mijn leven is mooi geweest, maar de zon heeft niet altijd geschenen”, zal hij daarover zeggen in een VRT-interview met Ruben Van Gucht. “Dat is ook de reden waarom er geen boek van mij zal uitkomen. Want als je A zegt, moet je ook B zeggen. En dat wil ik voor mijzelf houden. We weten dat er een dopingproblematiek was, maar je moet alles in zijn tijdsgeest zien.”
Wat Godefroot wel staande houdt, is dat hij nooit renners heeft aangezet tot het gebruik van doping en van een georganiseerd dopingnetwerk was binnen zijn ploeg geen sprake. Was Godefroot de naïeve ploegleider achter wiens rug zaken werden gearrangeerd die het zonlicht niet mochten zien? Of speelde de Gentenaar een rol die hij achteraf niet kon of durfde bevestigen?
Walter Godefroot verliet het peloton aan het eind van het seizoen 2005 en leidde nadien een tamelijk teruggetrokken leven. Voor deze krant trad hij nog enkele jaren onder het voetlicht als accuraat Tourcolumnist en toen in 2019 het BK wielrennen in zijn Gent in de markt werd gezet als een eerbetoon aan Walter Godefroot, deed hem dat zichtbaar deugd. De Koppenberg hebben ze die dag wel links laten liggen.
***
© AFP
Come direttore sportivo del Team Telekom con Jan Ullrich,
con cui ha vinto il Tour de France nel 1997.
Eddy Merckx dopo la morte di Walter Godefroot: «Un corridore sottovalutato»
2 set 2025 - Gazet van Antwerpen Stad en Rand
GUY VAN DEN LANGENBERGH
Con Walter Godefroot, il Belgio perde una delle sue figure più significative. L'ex corridore di Gand si è fatto un nome non solo come atleta, ma anche come direttore sportivo. È stato lui a suggerire il Koppenberg al progettista del percorso del Giro delle Fiandre. Godefroot è morto all'età di 82 anni dopo una lunga battaglia contro il morbo di Parkinson.
Godefroot è stato talvolta descritto come il miglior corridore da classiche della sua generazione, dopo Eddy Merckx. Non a torto. Con due vittorie al Giro delle Fiandre – nel 1968 e nel 1978 – e una alla Parigi-Roubaix, il gandese ha dimostrato di non temere il pavé. Inoltre, Godefroot – soprannominato “il Bulldog fiammingo” – aveva un formidabile sprint finale.
Il corridore della Fiandre orientali si fa notare per la prima volta nel 1964, vincendo la medaglia di bronzo nella gara olimpica su strada a Tokyo, allora riservata ai dilettanti. Godefroot passa subito al professionismo e anche lì fa subito colpo. Un anno dopo, nel 1965, si corona campione del Belgio a Vilvoorde grazie a... Eddy Merckx. Il diciannovenne Merckx reagisce nel finale a un attacco di Tuur De Cabooter, che diventerà poi cognato di... Godefroot. Con la sua azione, Merckx stende il tappeto rosso a Godefroot, dando inizio a un palmarès impressionante. “Ma la mia vittoria più bella al BK è stata nel 1972, quando ho battuto di nuovo Merckx”, ha dichiarato lo stesso Godefroot. "Se non battevi Merckx, non potevi vincere. Merckx ha accelerato durante il rifornimento. Ho lasciato cadere tutto il mio cibo e le mie bevande e l'ho inseguito. Abbiamo pedalato insieme fino al traguardo e lì sono riuscito a batterlo".
Da bambino cresciuto delle Ardenne fiamminghe, Godefroot otterrà le sue vittorie più emozionanti nel Giro delle Fiandre. Vincerà due volte la gara con arrivo a Meerbeke: nel 1968 gestisce lo sprint di un nutrito gruppo di testa con nomi illustri come Eddy Merckx, Raymond Poulidor e Rik Van Looy. “L'anno prima avevo vinto la Liegi-Bastogne-Liegi (in uno sprint contro Merckx, ndr), ma non mi era stato permesso di partecipare al Mondiale, a quanto pare perché Merckx non voleva”, ha dichiarato Godefroot anni dopo al quotidiano De Standaard. “L'anno dopo ero ancora arrabbiato per questo e insieme con Van Looy ho complottato contro Merckx. Ward Sels sembrava trarne vantaggio, ma il suo attacco è fallito nel rettilineo finale”.
Dieci anni dopo, all'età di 34 anni, ripeté l'impresa, questa volta battendo in volata Michel Pollentier e il tedesco Gregor Braun. Quell'anno, Godefroot per vincere dovette scollinare, tra gli altri Muri, il Koppenberg, una salita che lui stesso aveva segnalato agli organizzatori del Giro, ma che aveva tenuto segreta il più a lungo possibile perché la trovava molto dura.
Dieci vittorie di tappa al Tour
Godefroot era più che un corridore da classiche. Negli anni si è distinto anche per la sua velocità nello sprint, un'arma che ha utilizzato soprattutto nel Tour de France. Ben dieci volte ha potuto alzare le braccia al cielo nel Tour, e la sua ultima vittoria di tappa è entrata nella storia. Dopo anni di discussioni, (nel 1975, ndr) l'amministrazione comunale di Parigi ha finalmente concesso che il Tour de France potesse concludersi sul viale più prestigioso della "Città delle luci", i famosi Champs-Elysées. Godefroot ha tirato fuori ancora una volta le sue gambe da velocista e ha vinto la sua decima tappa al Tour.
Walter Godefroot non ha mai abbandonato il ciclismo, né dal punto di vista commerciale né da quello sportivo. Nel 1981 aprì a Sint-Martens-Latem un proprio negozio di biciclette, che ancora oggi è gestito da due dei suoi tre figli. L'anno prima era già diventato direttore sportivo della IJsboerke, la sua squadra durante il suo ultimo anno da professionista. Dopo la IJsboerke seguirono la Capri Sonne, la Lotto e la Weinmann. “Aver portato Carlo Bomans, che era praticamente dato per spacciato, al titolo belga nel 1989, è forse la cosa che mi ha dato più soddisfazione”, ha ricordato Godefroot anni dopo alla VRT, ripensando al proprio ruolo di direttore sportivo.
Zabel, Riis, Ullrich
La pagina più importante della sua carriera (post-agonistica, ndr) nel ciclismo inizia però nel 1992, quando viene nominato direttore sportivo della squadra tedesca Team Telekom, poi diventata T-Mobile. È l'inizio di una storia straordinaria per Godefroot. Non solo lancia Erik Zabel, uno dei velocisti più vittoriosi di sempre al Tour, ma con Bjarne Riis e Jan Ullrich guida la squadra che vince il Tour per due anni consecutivi, nel 1996 e nel 1997.
Ma quello che sembra essere il suo più grande trionfo sportivo si trasformerà in seguito forse nel suo peggior incubo. Bjarne Riis confesserà in seguito di aver vinto il Tour con l'aiuto di sostanze proibite, mentre il nome di Jan Ullrich compare nella Operación Puerto, il più grande caso di doping del ciclismo moderno. Il ruolo di Godefroot in tutto questo non è mai stato chiarito. “La mia vita è stata bella, ma il sole non ha sempre brillato”, dirà a questo proposito in un'intervista alla VRT con Ruben Van Gucht. “Questo è anche il motivo per cui non pubblicherò un libro. Perché se dici A, devi anche dire B. E questo voglio tenerlo per me. Sappiamo che c'era un problema di doping, ma bisogna vedere tutto nel contesto dell'epoca”.
Ciò che Godefroot sostiene è che non ha mai incoraggiato i corridori a fare uso di doping e che all'interno della sua squadra non esisteva una rete organizzata di doping. Godefroot era forse il team manager ingenuo alle spalle del quale venivano organizzate cose che non dovevano venire alla luce? Oppure il gandese ha svolto un ruolo che in seguito non ha potuto o non ha osato confermare?
Walter Godefroot ha lasciato il gruppo alla fine della stagione 2005 e da allora ha condotto una vita piuttosto ritirata. Per questo giornale è rimasto sotto i riflettori per alcuni anni come accurato editorialista del Tour e quando nel 2019 il campionato belga di ciclismo è stato organizzato nella sua Gand in omaggio a Walter Godefroot, ne è stato visibilmente felice. Quel giorno hanno però ignorato il Koppenberg.
***
Eddy Merckx: “Een van mijn dierbaarste collega’s”
(wvo)
2 Sep 2025 - Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Eddy Merckx, die zelf nog altijd in het ziekenhuis herstelt van een operatie,
was gisteren aangeslagen door het overlijden van Walter Godefroot.“Ik heb hem het laatste jaar nog af en toe opgezocht thuis”, zegt Eddy Merckx. “Maar dan was Walter al ziek. De laatste tijd was hij er f link op achteruitgegaan.” Merckx noemt Godefroot samen met Roger De Vlaeminck zijn grootste tegenstander in het eendagswerk. “Walter was een topcoureur. Snel én sterk. Zoals hij mij in ’67 klopte in Luik-Bastenaken-Luik, of ook twee keer op het BK. Walter eerste, ik telkens tweede. Eigenlijk zegt zijn palmares genoeg. Walter was een onderschatte coureur. Hij was beter dan velen dachten. En: een correcte mens. Als je met Walter een afspraak maakte, wist je dat die afspraak werd nagekomen. Spijtig. Echt spijtig.”
***
Patrick Lefevere: “Mijn carrière heb ik grotendeels aan hem te danken””
(jpdv)
2 Sep 2025 - Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Twee weken geleden nog ging Patrick Lefevere
langs bij Walter Godefroot voor een laatste gesprek.
Voor zijn ex-collega heeft hij alleen maar het allerhoogste respect.
Lefevere vecht tegen de tranen als hij over Godefroot praat: “Twee weken geleden ben ik nog langs geweest. Zijn echtgenote Micheline zei dat praten en horen moeilijk was geworden voor Walter, maar hij herkende mij meteen en kon zich helder en verstaanbaar uitdrukken. ‘Feverke kom, we gaan ons in de zetel zetten.’ Zo noemde hij mij altijd. Ik ben zo blij dat ik nog ben langsgeweest. (met overslaande stem) Ik had het mezelf nooit vergeven als ik Walter niet meer had gezien.”
Lefevere en Godefroot gaan ver terug: “In september 1980 kreeg ik telefoon van Walter. Hij was op dat moment eerste ploegleider bij IJsboerke, ik was een snotaap van 25 die er bij Marc Zeepcentrale net zijn eerste jaar op had zitten. Walter zei: ‘Ik heb je bezig gezien… Je doet dat niet slecht. Ik heb een grote sponsor gevonden met Capri Sonne, ik zou je er graag bij hebben. Walter was zonder meer mijn leermeester. De carrière die ik nadien heb gemaakt, heb ik grotendeels aan hem te danken. Eén van zijn grote lessen was: ‘een wielerploeg is een huis en het personeel is de fundering van dat huis.’ Coureurs zijn passanten: ze zijn weg als ze elders duizend frank meer kunnen verdienen. Franken zijn nu euro’s geworden, maar die stelling blijft nog altijd overeind.”
“Walter is zo goed voor mij geweest. Voor hem heb ik alleen maar het allergrootste respect. Als ik iemand iets slechts over hem hoor vertellen, sla ik op zijn muil. Als Walter al geen tweede vader voor mij was, dan op zijn minst een grote broer.”
***
Eddy Merckx: “Uno dei miei colleghi più cari”
(wvo)
2 settembre 2025 - Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Eddy Merckx, che sta ancora recuperando in ospedale dopo un intervento chirurgico,
ieri era sconvolto dalla notizia della morte di Walter Godefroot.
“Nell'ultimo anno sono andato a trovarlo a casa sua ogni tanto”, racconta Eddy Merckx. “Walter però era già malato. Ultimamente le sue condizioni erano peggiorate notevolmente”. Merckx considera Godefroot, insieme con Roger De Vlaeminck, il suo più grande avversario nelle gare di un giorno. "Walter era un corridore di alto livello. Veloce e forte. Come quando mi ha battuto nel '67 alla Liegi-Bastogne-Liegi, o anche due volte al Campionato nazionale belga. Walter primo, io sempre secondo. In realtà, il suo palmarès parla da solo. Walter era un corridore sottovalutato. Era più forte di quanto molti pensassero. E poi era una persona corretta. Se prendevi un appuntamento con Walter, sapevi che sarebbe stato rispettato. È un peccato. Davvero un peccato".
***
Patrick Lefevere: “Devo gran parte della mia carriera a lui”
(jpdv)
2 settembre 2025 - Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Due settimane fa Patrick Lefevere
è andato a trovare Walter Godefroot per un ultimo colloquio.
Ha solo il massimo rispetto per il suo ex collega.
Lefevere lotta contro le lacrime quando parla di Godefroot: «Due settimane fa sono andato a trovarlo. Sua moglie Micheline mi ha detto che per Walter era diventato difficile parlare e sentire, ma mi ha riconosciuto subito ed è riuscito a esprimersi in modo chiaro e comprensibile. “Feverke, vieni, ci sediamo sul divano.” Mi chiamava sempre così. Sono così felice di essere passato a trovarlo. (Dice con voce rotta dall'emozione, ndr) Non me lo sarei mai perdonato se non avessi più rivisto Walter."
Lefevere e Godefroot hanno una lunga storia alle spalle: "Nel settembre 1980 ricevetti una telefonata da Walter. All'epoca era il primo direttore sportivo della IJsboerke, io ero un ragazzino di 25 anni che aveva appena concluso il suo primo anno alla Marc Zeepcentrale. Walter mi disse: ‘Ti ho visto all'opera... Non sei male. Ho trovato un grande sponsor, la Capri Sonne, mi piacerebbe averti con noi’. Walter è stato il mio maestro. La carriera che ho fatto in seguito la devo in gran parte a lui. Una delle sue grandi lezioni era: “Una squadra ciclistica è una casa e il personale è le fondamenta di quella casa”. I corridori sono di passaggio: se ne vanno se possono guadagnare mille franchi in più altrove. I franchi ora sono diventati euro, ma questa affermazione rimane valida. Walter è stato così buono con me. Ho solo il massimo rispetto per lui. Se sento qualcuno parlare male di lui, gli do un pugno in faccia. Se Walter per me non è stato un secondo padre, era almeno un fratello maggiore".

Commenti
Posta un commento