Belgen beëindigen klassiek voorjaar zonder grote zege


28 Apr 2025 - De Standaard
Benedict Vanclooster 

Aan de boorden van de Ourthe zette Tadej Pogacar de kroon op een voorjaar dat hij samen met Mathieu van der Poel op bijna ongekende wijze domineerde. Remco Evenepoel kon niet verhinderen dat de Belgen zonder grote voorjaarszege achterblijven.

Pogacar was de voorbije weken niet alleen de enige renner die in de vier voorjaarsmonumenten aan de start kwam, hij bewees ook nog eens dat ze alle vier binnen zijn bereik liggen

Winst in de Strade Bianche, derde in Milaan-Sanremo, winst in de Ronde van Vlaanderen, tweede in Parijs-Roubaix, tweede in de Amstel Gold Race, winst in de Waalse Pijl en zondag voor de derde keer laureaat in Luik-Bastenaken-Luik. Mochten de Oscars van het afgelopen wielervoorjaar worden uitgereikt, dan zou het beeldje voor de beste acteur zonder discussie naar Tadej Pogacar gaan.© belgaOp Tadej Pogacar stond opnieuw geen maat.

Pogacar torende zondag alweer zo hoog boven de tegenstand uit dat de Slag om de Ardennen nooit de allure van een echte veldslag kreeg. De kopman van UAE-XRG werd daarbij ook nog eens geholpen door het sterkste team: Vegard Stake Laengen die de vroege vlucht onder controle hield, Florian Vermeersch die als waterdrager en windscherm fungeerde, Domen Novak die op de hellingen als “een tractor die nooit kapotgaat” dienstdeed, en Pavel Sivakov die de Sloveen lanceerde op La Redoute.

“Het was in feite niet het plan om al vanaf de Redoute solo te gaan”, vertelde Pogacar na afloop. “Ik wilde de tegenstand gewoon eens testen en dan de situatie overschouwen. Ik had ook gezien dat Remco (Evenepoel, red.) niet in de buurt zat. Dat was een bijkomende motivatie. Had mijn aanval slecht uitgepakt, dan ging ik Pavel en Brandon (McNulty) laten terugkomen. Maar het bleek een goede situatie.”

Geen boeken schrijven

Gevraagd of hij er zich bewust van is dat hij de geschiedenisboeken aan het herschrijven is, bleef Pogacar zijn bescheiden zelve. “Ik ben hier niet om boeken te schrijven. Ik geniet van met de fiets te rijden en ben blij en nederig dat ik daar zo goed in kan zijn.”

Toch lijkt de winnaar van de Ronde van Vlaanderen en Luik-BastenakenLuik zich steeds meer te meten met de geschiedenis dan met de tegenstand. In Luik bracht hij zijn zegetotaal in de monumentale klassiekers op negen. In de ranglijst aller tijden komt hij daarmee naast de Italiaanse campionissimi Costante Girardengo en Fausto Coppi en de Ierse kampioen Sean Kelly. Alleen Roger De Vlaeminck (elf monumenten) en Eddy Merckx (negentien) gaan hem nog vooraf.

In het voordeel van Pogacar spreekt dat hij ook de klok aan zijn kant heeft. De Sloveen is nog altijd maar 26 jaar. Girardengo, Coppi en Kelly telden al 35 lentes toen ze hun negende en laatste monument wonnen. De Vlaeminck was er 29. Alleen Merckx was nog negen maanden jonger toen hij in 1971 in Luik voor de negende keer zegevierde in een ‘monument’ – al was die term toen nog niet in zwang.

Pogacar was de voorbije weken niet alleen de enige renner die in de vier voorjaarsmonumenten aan de start kwam, hij bewees ook nog eens dat ze alle vier binnen zijn bereik liggen. Zijn hoop om op een dag ook Milaan-Sanremo en Parijs-Roubaix te winnen, is meer dan ooit gewettigd. Al zal hij in beide wedstrijden dan wel een recept moeten vinden om af te rekenen met dat andere fenomeen, Mathieu van der Poel.

Samen zorgden de Sloveen en de Nederlander dit voorjaar voor een zelden gezien duopolie. Twee renners die de vier voorjaarsmonumenten onder hun tweeën verdelen, het was in de geschiedenis van de wielersport nog maar twee keer gebeurd. In 1969 en 1975 won Eddy Merckx Milaan-Sanremo, de Ronde van Vlaanderen en Luik-BastenakenLuik en ging Parijs-Roubaix naar respectievelijk Walter Godefroot en Roger De Vlaeminck.

Door de gulzigheid van de twee slokoppen uit Slovenië en Nederland bleven ook voor de Belgische renners slechts ereplaatsen over. Voor het eerst sinds 2018 eindigde het voorjaar zonder Belgische zege in een monument. Bij uitbreiding grepen de Belgen in alle twaalf de Europese eendagswedstrijden in de WorldTour dit voorjaar naast de overwinning. Sinds de oprichting van de WorldTour in 2005 was dat alleen nog maar in 2013 gebeurd.

De nul zegt ongetwijfeld meer over de almacht van Pogacar en Van der Poel dan over de staat van het Belgisch wielrennen. In de UCI-wereldranglijst per land prijkt België nog steeds comfortabel aan de leiding. De Belgen wonnen dit jaar al 23 UCI-profkoersen – alleen Frankrijk doet beter, met 24 stuks. In de twaalf verreden Europese eendagswedstrijden van de WorldTour bewees het Belgische wielrennen ook opnieuw zijn sterkte in de breedte. Van de 120 toptienplaatsen die er deze lente werden verdeeld, ging ruim een kwart (31) naar Belgen – ruim het drievoud van de nummer twee, Italië, dat twaalf toptienplaatsen verzamelde.

Uiteindelijk was Remco Evenepoel de enige die dit voorjaar een van de grote twee echt in verlegenheid kon brengen. Op de wegen van de Amstel Gold Race slaagde de Brabander erin om Pogacar tot de orde te roepen, al leidde dat tot de zege van een lachende derde, Mattias Skjelmose.

Een week later bleek de Amstel niet meer dan een momentopname te zijn geweest. Wie in Nederlands-Limburg nog dacht dat de conditiecurve van de wereldkampioen tanende was, werd in de Ardennen van antwoord gediend. Ook Evenepoel ondervond op de Muur van Hoei en richting Luik dat de kloof met de Sloveen ten opzichte van vorig seizoen niet kleiner is geworden.

Uiteindelijk is daarmee alleen maar de logica gerespecteerd. Evenepoel heeft een winter achter de rug die na zijn botsing met het openzwaaiend portier van een Bpost-wagen helemaal in het teken van revalideren stond. De Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race deden dromen van meer, maar zelfs voor Evenepoel bestaan er geen mirakels.

De Brabander zal nu moeten terugvallen op de woorden die hij begin dit jaar op de ploegvoorstelling zelf nog uitsprak. “Als het in de Ardennenklassiekers of de Ronde van Romandië (vanaf dinsdag, red.) tegenslaat, is dat deel van het proces. Het enige wat telt dit jaar, is top zijn in de Tour.”


In ‘Aan de meet’ duikt Benedict Vanclooster in de wieleractualiteit.

Commenti

Post popolari in questo blog

Dalla periferia del continente al Grand Continent

Chi sono Augusto e Giorgio Perfetti, i fratelli nella Top 10 dei più ricchi d’Italia?

I 100 cattivi del calcio